Beaphar FiproTec Vlooien- en Tekendruppels Hond 10-20 kg

Dosering voor iedere diersoort, ras en gebruiksduur:
Manier van toedienen: lokaal aanbrengen op de huid.
Dosering: 1 pipet met 1,34 ml per hond met een lichaamsgewicht van 10 tot en met 20 kg.
De dosis bedraagt  6,7 - 13,4 mg fipronil per kg lichaamsgewicht.
Let erop dat je het product gebruikt dat overeenkomt met het lichaamsgewicht van je hond. 
Enkel voor uitwendig gebruik.
Bewaar de pipetten tot gebruik in de originele verpakking.
Opmerkingen voor juist gebruik: gebruik hoekjes die gemakkelijk te verwijderen zijn om een pipet uit de blisterverpakking te halen. Steek niet met een schaar, mes of andere scherpe dingen in de verpakking, omdat je anders de pipet kunt beschadigen. Houd de pipet rechtop. Klop lichtjes op de pipet waardoor het vocht volledig in het grootste deel van de pipet komt. Haal het uiteinde van de pipet er met een schaar af. Scheidt het haar van je dier tussen de schouderbladen totdat de huid zichtbaar wordt. Zet de punt van de pipet op de huid en druk deze behoedzaam in om de inhoud van de pipet op de huid te legen.
Vermijd dat de oplossing op de vacht komt en masseer de oplossing niet in de huid. Let erop dat de vacht niet doordrenkt wordt met het middel, aangezien de vacht hiervoor aan elkaar kan kleven. Mocht dit toch gebeuren, dan is dat na 24-48 uur na het aanbrengen weer opgelost. 
Door het ontbreken van tolerantstudies niet vaker dan eens in de vier weken aanbrengen. 
Overdosis (symptomen, noodmaatregelen, tegenmiddel): Er konden geen nadelige uitwerkingen vastgesteld worden tijdens tolerantstudies bij puppy´s van 8 weken oud, opgroeiende honden en honden met een gewicht van ongeveer 2 kg, die behandeld werden met 5 keer de hoeveelheid van de aanbevolen dosis. Het risico op bijwerkingen kan echter wel hoger worden bij een overdosis. 
Vandaar dat dieren altijd behandeld moeten worden met de juiste pipetgrootte die op het lichaamsgewicht is afgestemd.
Bijzondere waarschuwingen voor alle doeldieren: voor optimale controle van het aantal vlooien in een huishouden met meerdere dieren moeten alle honden en katten in het huishouden met een geschikt insecticide behandeld worden.
Vlooien zitten graag in het holletje, het ligdeken en andere rustplekken van je huisdier, zoals tapijten en gestoffeerde meubels. Deze moeten bij een ernstige besmetting of aan het begin van de kuur ook behandeld worden. Daarvoor zijn geschikte insecticides en regelmatig stofzuigen een optie.
Gegevens over de invloed van baden/shampoo op de werkzaamheid van het geneesmiddel voor diergeneeskundig gebruik bij honden zijn niet bekend. 
Vaak shampoo aanbrengen voor of na de behandeling kan de werkzaamheid van het middel verkleinen. 
Het geneesmiddel voor diergeneeskundig gebruik voorkomt niet dat enkele teken je dier aanvallen. Bovendien is niet bekend of het product tegen een al bestaande tekenbesmetting werkt. Een overdracht van besmettelijke aandoeningen van de teek kan daarom niet uigesloten worden. 
Het is aangetoond dat het product vanaf de 7de dag tot de 28ste dag na het aanbrengen tegen nieuwe tekenbesmettingen beschermt. De werkzaamheid na vier weken is echter niet bewezen. Daarom kan er ook bij herhaalde behandelingen met aanbevolen tussenperiodes van minstens 4 weken sprake zijn van momenten zonder bescherming tegen teken. 
Bijzondere voorzorgsmaatregelen voor het gebruik bij dieren: enkel voor uitwendig gebruik. vermijd contact met de ogen van het dier. Bij onbedoeld contact met de ogen moet je deze direct grondig uitspoelen met water.
De dieren moeten voor de behandeling precies gewogen worden.
Het is belangrijk erop te letten dat het geneesmiddel voor diergeneeskundig gebruik op een plek wordt aangebracht waar je dier het niet van af kan likken en waarvan je zeker weet dat dieren onderling elkaar niet af kunnen likken.
Je moet bijzonder voorzichtig zijn wanneer puppy´s jonger dan 8 weken in contact kunnen komen met een behandelde teef, aangezien het risico van het product op puppy´s niet bekend is. 
Niet tegelijkertijd gebruiken met andere insecticiden die direct op het dier gebruikt worden.
Bijzondere voorzorgsmaatregelen voor degene die het aanbrengt: bewaar de pipetten in de originele verpakking tot het gebruik.
Personen van wie bekend is dat ze overgevoelig (allergie) zijn voor fipronil of een van de andere bestanddelen, moeten contact met het preparaat vermijden.
Vermijd contact van het preparaat met je vingers. Mocht het preparaat met je vingers in contact komen, was dan je handen met water en zeep.
Dit geneesmiddel voor diergeneeskundig gebruik kan prikkend slijmvlies en prikkende ogen veroorzaken. Daarom moet ieder contact met de mond of ogen vermeden worden. Na onbedoeld contact met de ogen moet je deze direct zorgvuldig met schoon water uitspoelen.
Inname van dit geneesmiddel voor diergeneeskundig gebruik is schadelijk. Bewaar pipetten buiten bereik van kinderen. Verwijder gebruikte pipetten onmiddellijk na gebruik. Behandelde dieren mogen niet aangeraakt worden totdat de plek van toedienen droog is. Kinderen mogen niet met de behandelde dieren spelen, totdat de plek van toedienen droog is. Daarom is het raadzaam de dieren niet overdag maar ´s avonds te behandelen. Dieren die net behandeld zijn, moeten niet bij hun baasjes slapen, vooral niet bij kinderen.
Tijdens het aanbrengen niet roken, drinken of eten.
Was na het aanbrengen je handen. 
Andere voorzorgsmaatregelen: honden mogen na de behandeling twee dagen lang niet in open waters baden. 
Het geneesmiddel voor diergeneeskundig gebruik kan bepaalde materialen aantasten, zoals beschilderde, gelakte of andere oppervlakken en meubels in het huis.