Beaphar Fiprotec® Spot-on Vlooien- en Tekendruppels Kat

Dosering voor iedere diersoort, ras en gebruiksduur:
Manier van toedienen: lokaal aanbrengen op de huid.
Dosering: 1 pipet met 0,5 ml per kat.
Enkel voor uitwendig gebruik.
Bewaar de pipetten tot het gebruik in de originele verpakking, om de inhoud te beschermen tegen licht.
Opmerking voor het juiste gebruik: gebruik hoekjes die gemakkelijk te verwijderen zijn om een pipet uit de blisterverpakking te halen. Steek niet met een schaar, mes of andere scherpe dingen in de verpakking, omdat je anders de pipet kunt beschadigen. Houd de pipet rechtop. Klop lichtjes op de pipet waardoor het vocht volledig in het grootste deel van de pipet komt. Haal het uiteinde van de pipet er met een schaar af. Scheidt het haar van je dier tussen de schouderbladen totdat de huid zichtbaar wordt. Zet de punt van de pipet op de huid en druk deze behoedzaam in om de inhoud van de pipet op de huid te legen, bij voorkeur op twee plaatsen: ten eerste bij de schedelbasis en dan nog 2-3 cm naar achter.
Let erop dat de vacht niet doordrenkt wordt met het middel, aangezien de vacht op de plek van aanbrengen daardoor vast blijft kleven. Mocht dat toch gebeuren, dan gaat het vastkleven binnen 24 uur na het aanbrengen weer weg.
Door het ontbreken van tolerantstudies moet de minimale periode tussen twee behandelingen minimaal vier weken bedragen.
Overdosis (symptomen, noodmaatregelen, tegenmiddel): Het risico op bijwerkingen kan bij een overdosis stijgen. Na de behandeling kan jeuk voorkomen. Een overdosis van dit middel zorgt ervoor dat de vacht vastkleeft op de plek van de behandeling. Het vastkleven is binnen 24 uur na de behandeling weer opgelost.
Bijzondere waarschuwingen voor ieder doeldier: voor optimale controle van het aantal vlooien in een huishouden met meerdere dieren moeten alle honden en katten in het huishouden met een geschikt insecticide behandeld worden. Vlooien zitten graag in het holletje, het deken en andere rustplekken van je huisdier, zoals tapijten en gestoffeerde meubels. Deze moeten bij een ernstige besmetting of aan het begin van de behandeling ook behandeld worden. Daarvoor zijn geschikte insecticides en regelmatig stofzuigen een optie. Stop je dier niet vaak in bad en shampoo je dier niet te vaak in, aangezien de instandhouding van de werkzaamheid van dit geneesmiddel voor diergeneeskundig gebruik in dat geval niet onderzocht is.
Bijzondere voorzorgsmaatregelen voor het gebruik bij dieren: enkel voor uitwendig gebruik. vermijd contact met de ogen van het dier. Bij onbedoeld contact met de ogen moet je deze direct grondig uitspoelen met water.
De dieren moeten voor de behandeling precies gewogen worden.
Het is belangrijk erop te letten dat het geneesmiddel voor diergeneeskundig gebruik op een plek wordt aangebracht waar je dier het niet van af kan likken en waarvan je zeker weet dat dieren onderling elkaar niet af kunnen likken.
Sommige teken kunnen nog blijven plakken. Daarom kan de overdracht van infectieziektes van teek op dier niet uitgesloten worden.
Breng het geneesmiddel voor diergeneeskundig gebruik niet aan op open wonden of een beschadigde huid.
Niet gebruiken bij andere diersoorten, vooral niet bij konijnen of cavia´s.
Wees bijzonder voorzichtig wanneer kittens jonger dan 8 weken oud contact kunnen hebben met behandelde katten, aangezien het risico van het product op kittens niet bekend is.
Niet tegelijkertijd gebruiken met andere insecticiden die direct op het dier gebruikt worden.
Bijzondere voorzorgsmaatregelen voor degene die het aanbrengt: bewaar de pipetten in de originele verpakking tot het gebruik.
Personen van wie bekend is dat ze overgevoelig (allergie) zijn voor fipronil of een van de andere bestanddelen, moeten contact met het preparaat vermijden.
Vermijd contact van het preparaat met je vingers. Mocht het preparaat met je vingers in contact komen, was dan je handen met water en zeep.
Dit geneesmiddel voor diergeneeskundig gebruik kan prikkend slijmvlies en prikkende ogen veroorzaken. Daarom moet ieder contact met de mond of ogen vermeden worden. Na onbedoeld contact met de ogen moet je deze direct zorgvuldig met schoon water uitspoelen.
Inname van dit geneesmiddel voor diergeneeskundig gebruik is schadelijk. Bewaar pipetten buiten bereik van kinderen. Verwijder gebruikte pipetten onmiddellijk na gebruik. Behandelde dieren mogen niet aangeraakt worden totdat de plek van toedienen droog is. Kinderen mogen niet met de behandelde dieren spelen, totdat de plek van toedienen droog is. Daarom is het raadzaam de dieren niet overdag maar ´s avonds te behandelen. Dieren die net behandeld zijn, moeten niet bij hun baasjes slapen, vooral niet bij kinderen.
Tijdens het aanbrengen niet roken, drinken of eten.
Was na het aanbrengen je handen.
Andere voorzorgsmaatregelen: het geneesmiddel voor diergeneeskundig gebruik kan bepaalde materialen aantasten, zoals beschilderde, gelakte of andere oppervlakken en meubels in het huis.