Chinchilla

Ze zijn klein en schattig, de Zuid-Amerikaanse immigrantjes. Met hun wollige vachtje, de lange oren en de pluizige staart als wapens hebben ze al snel menig mensenhart veroverd. Maar niet alle knaagdieren zijn hetzelfde. Vooral voordat de chinchilla wordt gekocht moeten geïnteresseerden zich uitgebreid laten informeren over voer, het houden en de gewoonten van de diertjes om vast te kunnen stellen of de speciale behoeften en het gedrag van deze knaagdiertjes met de eigen wensen overeenkomen. Daarvoor is het belangrijk om iets over hun afkomst en hoe ze in het wild leven te leren.

Soorten chinchilla’s

Er zijn twee soorten Chinchilla’s: de kort- en langstaartige chinchilla’s. Alle pogingen om de kortstaartchinchilla te temmen zijn mislukt. Zo zijn de langstaartchinchilla’s de voorouders van onze huisdiertjes. Oorspronkelijk waren chinchilla’s alleen in de barre regio’s van de Zuid-Amerikaanse Andes te vinden, lang voordat er in Europa met hun fokken is gestart. Terwijl de kortstaartchinchilla’s in de hogere gebieden van de Andes leven, zo’n 3500 tot 4000 meter boven de zeespiegel, zijn de langstaartchinchilla’s al op een hoogte van 1000 tot 2500 meter te vinden.

De natuurlijke leefomgeving

In het Andesgebergte heerst een droog, woestijnachtig klimaat met erg weinig neerslag en lage luchtvochtigheid. De dieren hebben daar grote temperatuurschommelingen te verduren. Deze vluchtdieren slapen overdag in rotsspleten, in holletjes, gaten in de grond of onder dicht struikgewas. Ze voeden zich in de schemering of ’s nachts.

Hun natuurlijke dieet is naar aanleiding van de plaatselijke levensomstandigheden voedingsstoffenarm en rijk aan ruwe celstoffen. In de natuur voeden deze pluisstaartjes zich met wortels van bepaalde cactussoorten en het valfruit hiervan, zaden van bepaalde struiken, bloesem en verschillende grassoorten. Water krijgen ze op de vroege ochtend binnen door dauw van verschillende bladeren en de onderkant van cactussen op te zuigen. Voor deze uitstekende springers en klimmers is een dagelijks zandband een absolute noodzaak om hun vacht te verzorgen.

Het houden van een chinchilla

Voordat je een chinchilla in huis neemt, moet je als toekomstige baasje controleren of je voldoende ruimte in huis hebt. Deze diertjes hebben namelijk veel ruimte nodig om te klimmen en klauteren. Bovendien leven chinchilla’s in grote families in het wild, daarom mogen deze diertjes nooit alleen in een kooi worden gehouden. Chinchilla’s zijn echte nachtdieren en zijn erg schuw, daarom zijn deze dieren niet geschikt als huisdier voor kinderen. In de natuur kunnen chinchilla 10 tot 15 jaar oud worden, gedomesticeerd kunnen chinchilla’s 18 tot 22 jaar worden!

• Bloemen, kruiden en gras
  Om zo dicht mogelijk bij het natuurlijke dieet te komen van de chinchilla, moet je ook verse of gedroogde weidegrassen zoals bloemen, kruiden en grassen voeren aan je knaagdiertjes. Vanwege hun gevoelige spijsverteringssysteem moeten chinchilla’s die nog nooit groenvoer hebben gekregen, langzaam aan de nieuwe voedingsbestanddelen wennen: in het begin moeten verse groene levensmiddelen in kleine hoeveelheden worden aangeboden, deze hoeveelheden mogen in de loop der tijd worden uitgebreid. Tijdens het acclimatiseren moet je de gezondheid van jouw chinchilla goed in de gaten houden.

• Groente en fruit
  Groenten en fruit moeten met mate worden gevoerd en mogen niet suiker- of zuurhoudend zijn. Dit is vooral te wijten aan het feit dat chinchilla’s vooral kruiden en grassen vinden in hun natuurlijke omgeving, de Andes. In die regio komen fruitbomen nauwelijks voor. Als tussendoortje mag je zo nu en dan wat groenten of fruit geven, mits dit geen gezondheidsklachten oplevert, zoals diarree.

• Droogvoer
  Bij droogvoer en pallets moet er vooral gekeken worden naar de kwaliteit van het voer. Er worden veel additieven in droogvoer gebruikt die slecht zijn voor de chinchilla’s. Het gaat bijvoorbeeld om suiker, graan of melasse. Zorg ervoor dat je niet te veel droogvoer geeft, anders krijgen jouw chinchilla’s snel last van overgewicht. Hoogwaardig droogvoer speciaal voor chinchilla’s, kun je vinden in onze webwinkel.

• Water
  Water is van levensbelang voor chinchilla’s en moet dan ook altijd beschikbaar zijn. Bovendien moet het water dagelijks worden ververst.

Chinchilla kooi

Allereerst moet ervoor worden gezorgd dat de chinchilla’s niet worden blootgesteld aan direct zonlicht of tocht. In de ruimte waar de kooi staat mag het niet te koud zijn (15-20°C) en daarnaast mag ook de luchtvochtigheid niet te hoog zijn. Aangezien chinchilla’s nachtdieren zijn, kunnen ze het beste in een kamer worden geplaatst waar ze overdag niet worden gestoord. Chinchilla’s zijn in het wild sociale dieren, dus dienen ze minimaal in paren gehouden te worden. De minimale afmetingen van de kooi voor twee dieren zijn L 100 cm x B 50 cm x H 150 cm. Bij meer dan twee chinchilla’s moet de kooi groter zijn. Aangezien de minimumgrootte slechts de grens is van wreedheid, geldt ook hier het principe: hoe groter de kooi, hoe beter. Zoiets als een te grote kooi bestaat niet. Chinchilla’s klimmen en zitten graag hoog, daarom is een kooi met meerder verdiepingen een aanrader.

De inrichting

• Verstopplekken
  De knaagdieren hebben voldoende terugtrekmogelijkheden nodig, zoals houten huizen, tunnels of buizen, die op hoogte moeten liggen

• Beddingmateriaal
• Takken en twijgen
  De kooi moet voorzien zijn van takken en twijgen, deze kunnen de chinchilla’s gebruiken om te klimmen en te knagen

• Zandbad
  Zeer belangrijk voor de chinchilla’s zijn de regelmatige zandbaden, die dienen om de vacht te reinigen en stress te verminderen. Het is belangrijk om de badplaats regelmatig schoon te maken en het chinchillazand te vervangen

• Voer- en drinkplaats
  Kommen en schalen zijn het meest geschikt voor voedsel- en waterinname. Deze moeten ook regelmatig worden gereinigd. In de kooi kun je meerdere voederplekken met hooi op verschillende hoogten creëren.