Puppy BARF: heeft dat echt zin?

BARF heeft de afgelopen jaren veel dierenliefhebbers overtuigd. Bij deze voedingsmethode zijn er echter wel dingen om rekening mee te houden. Dit geldt des te meer als het gaat om het barfen van een puppy. Wij geven je een eerste inkijkje.

Is het zinvol om een puppy te barfen?

Het is heel goed mogelijk en verstandig om een puppy te barfen. Bij BARF kun je namelijk individueel inspelen op de behoeften van je puppy. Daarnaast kun je precies de ingrediënten gebruiken die je wilt. Je bepaalt zelf waar de voedingsstoffen vandaan komen en hoe ze zijn geproduceerd.

Is BARF goed voor puppy’s?

Ook puppy’s kunnen met BARF-rantsoenen gezond opgroeien en voldoen aan hun behoefte. Het is echter belangrijk dat je rekening houdt met een aantal punten en een evenwichtig rantsoen geeft met alle benodigde mineralen, vitaminen en sporenelementen.

Waar moet ik op letten bij het barfen van een puppy?

Zelfs een volwassen hond heeft speciale eisen aan een verzorging die voldoet aan de behoeften van alle belangrijke voedingsstoffen. Een puppy met een snelle groei in een korte tijd heeft echter een aanzienlijk hogere behoefte aan deze voedingsstoffen.

De energie-inname mag niet te groot zijn om te snelle groei te voorkomen. Tegelijkertijd moet de calorie-inname voldoende zijn. Het rantsoen moet bovendien calcium en fosfor bevatten in een hoeveelheid die voldoet aan de behoefte en in de juiste verhouding.

Om de juiste maat voor de juiste voeding te vinden, heb je dus veel kennis over de voeding nodig. Je moet je daarom goed bezighouden met de voedingsdeskundige. Als je daar de tijd geen tijd voor hebt of als je er zeker van wilt zijn dat je je puppy gezond voedt, is het verstandig om een voedingsdeskundige te raadplegen.

Vanaf wanneer kan ik beginnen met het barfen van een puppy?

Een in huis geboren puppy kan al vanaf de vijfde week – in aanvulling op de moedermelk – licht verteerbare barf-maaltijden krijgen. Bied naast vlees ook nog groente en gedroogde, ruwe botten aan om de calciumvoorziening te garanderen.

Rond de zevende levensweek begint de spening van de teef. Je kunt de nakomelingen nu volledig van BARF-voer voorzien.

De puppy mag nu ook op rauwe vleesbotten knabbelen, wat de tandverzorging van de verse melktanden ondersteunt. Je kunt de kans op verwondingen aan de melktanden verminderen door zachtere botten met veel spieren te voeren. Daarvoor zijn bijvoorbeeld kippenhals, lams ribben of ossenstaart geschikt.

Hoe begin ik met de BARF?

Het meest ongecompliceerde is natuurlijk als de puppy al door de fokker is bevallen. Dan kun je gewoon doorgaan met het gebruikelijke voer.

Als dat niet het geval is, moet je na het verhuizen van je puppy eerst goed op de hoogte zijn. Geef de eerste twee weken het voer dat hij al kent. De verhuizing naar een nieuw thuis is al spannend genoeg voor je kleine viervoeter. Daarna moeten voerveranderingen altijd zorgvuldig en met kleine stappen gebeuren.

De juiste overstap naar BARF-rantsoenen

Als je van commercieel hondenvoer overstapt op een rantsoen met barf, geef je eerst voornamelijk het gebruikelijke voer en vervang je het stuk voor stuk door rauw vlees en groente. Het is belangrijk dat de overgang langzaam verloopt, zodat het maag-darmkanaal aan het nieuwe voer kan wennen.

Sommige puppy’s zijn in het begin misschien sceptisch over vreemd voer. Om de gewenning makkelijker te maken, kun je het vlees kort gekookt geven en de kooktijd daarna steeds verder verkorten. Ook een stuk vlees, als snack uit de hand, zorgt voor meer eetlust.

Hoeveel „BARF“ moet een puppy krijgen?

Of het nu gaat om commercieel voer of BARF-voer: Een puppy krijgt drie tot vier porties per dag. De formule met betrekking tot de hoeveelheid is: Een puppy heeft dagelijks vier tot zes procent van zijn lichaamsgewicht nodig.

Bij zeer kleine of zeer grote rassen moet het percentage echter naar boven (zeer klein) of naar beneden (zeer groot) worden aangepast. Daarnaast moet er rekening worden gehouden met individuele behoeften en de calorie-inname dienovereenkomstig worden berekend.

Hoe kan ik een puppy op de juiste manier verzorgen?

Een gebruikelijk BARF-voer is voor 80 procent dierlijk en voor 20 procent van plantaardige oorsprong. Bij het voeren met granen moet dit aandeel worden aangepast. Een hond zonder gezondheidsproblemen verdraagt verwerkte granen en andere koolhydraten meestal zeer goed.

Voor een evenwichtige voeding met alle voedingsstoffen moet een rantsoen absoluut de volgende componenten bevatten:

BARF-hulp uit de vakhandel

Als je je hond eenvoudig wilt laten barfen, kun je nu kiezen voor een compleet barf-menu in de vakhandel. Deze bestaan uit vers vlees en een optimaal afgestemd aandeel groente en fruit. Maar ze zijn niet helemaal zonder problemen.

Niet elk menu bevat altijd alle benodigde voedingsstoffen. Let vooral op menu’s die geschikt zijn voor puppy’s en die bij de ingrediëntenlijst alle belangrijke voedingsstoffen bevatten.

Als je veilig wilt zijn, moet je een voedingsdeskundige laten controleren of je een compleet menu geeft.

Compromissen en alternatieven voor BARF-voer

Een puppy barfen brengt ook risico’s met zich mee. Ruw vlees brengt namelijk een niet te onderschatten risico op infecties door verschillende bacteriën met zich mee. Dit geldt niet alleen voor de hond, maar direct of indirect ook voor het baasje. Bijzonder gevaarlijk zijn kleine kinderen en mensen met een verzwakte afweer.

Zelfgemaakt voer

Een compromis met BARF is daarom het voeren van gekookte porties. Het verlies aan voedingswaarde van het vlees is zeer klein en de overdracht van bacteriën wordt voorkomen. De gekookte porties worden net zo goed samengesteld als de BARF-porties.

Gedeeltelijk BARF

Het is ook mogelijk om af en toe of gedeeltelijk BARF te voeren en tegelijkertijd kant-en-klaar voer te voeren. Zorg er alleen voor dat je puppy geen over- of ondervoorziening krijgt met alle benodigde voedingsstoffen.

Bij iedere soort voer is het vooral belangrijk dat je puppy dit goed verdraagt en opgroeit met een gezonde voeding. Dan heb je alles goed gedaan.