De grote Zwitserse sennenhond met zijn korte vacht en typische driekleurige tint is niet alleen een aandachtige waakhond en volhardende werkhond, maar ook een kindvriendelijke gezinshond die graag knuffelt.
Met een schofthoogte tot 72 centimeter is hij de grootste en zwaarste van de vier erkende sennenhondenrassen.
Hier lees je alles wat je moet weten over het houden en verzorgen.
De Grote Zwitserse Sennenhond is een krachtig en veelzijdig hondenras dat bekend staat om zijn vriendelijke en loyale karakter en zijn indrukwekkende werkvermogen.
Uiterlijk: gebouwd om te werken
De grote Zwitserse sennenhond wordt gekenmerkt door een stevig, sterk en gespierd lichaam, wat hem uitermate geschikt maakt voor het dragen en trekken van zware lasten.
Ondanks zijn grootte en niet geringe gewicht van 45 tot 65 kilogram heeft hij een zeer goede conditie en bewegingsdrang.
Als iets zijn aandacht trekt, draaien zijn driehoekige middelgrote oren naar voren.
In rusttoestand hangen ze vlak tegen zijn grote, imposante kop.
Welke kleur heeft de grote Zwitserse sennenhond?
Net zoals alle vier de Zwitserse sennenhonden heeft ook de vacht van de grote Zwitserse sennenhond typisch drie kleuren.
De zwarte basiskleur ligt daarbij als een mantel over de romp, nek, kop en staart.
De symmetrische witte bles begint bij het voorhoofd en verbreedt zich naar de snuit, waar hij hoogstens tot de hoeken van de lippen reikt.
De bruinrode tekeningen (ook wel brand genoemd) op de wangen, flanken en aan de zijkant van het witte borsthaar ronden de tricolor-vacht helemaal af.
Kenmerkend voor sennenhonden zijn ook de ‘dubbele ogen’, die worden veroorzaakt door de bruinrode vlekken boven de ogen.
Wat is het verschil tussen een berner sennenhond en een Zwitserse sennenhond?
In tegenstelling tot zijn beroemde familielid, de berner sennenhond, heeft de grote Zwitserse sennenhond kort dekhaar. De dichte, dikke haar heeft een zachte ondervacht en beschermt de sennenhond betrouwbaar tegen kou en vochtigheid. Een ander, maar minder voor de hand liggend kenmerk van de berner sennnenhond is zijn grootte. Met een schofthoogte van 65 tot 72 centimeter (reutjes) en 60 tot 68 centimeter (teefjes) is hij gemiddeld twee centimeter groter dan zijn broertje uit Bern.
Een grote-Zwitserse-sennenhondpuppy: aan zijn indrukwekkende poten kun je zien dat dit kleintje uiteindelijk een grote hond wordt.
Temperament en karakter: wat zijn de karaktereigenschappen van de Zwitserse sennenhond?
De krachtige en robuuste Zwitserse sennenhond raakt niet snel van zijn stuk.
Vreemden, een luidruchtige schoolklas, blaffende honden of een stinkende trekker niets kan zijn evenwichtige gemoed verstoren.
Ook al ontgaat de attente waakhond met zijn natuurlijke instinct voor bescherming niets, er is nauwelijks iets dat hem nerveus maakt.
Agressief of angstig gedrag vertoont de rustige Zwitser niet.
Heeft de grote Zwitserse sennenhond een jachtinstinct?
Grote Zwitserse sennenhonden hebben een heel zwak jachtinstinct. Dat wil zeggen: de meesten interesseren zich niet voor de jacht. Dat maakt het uitlaten heel ontspannen. Maar dat betekent niet dat er geen enkele grote Zwitserse sennenhond is die enthousiast achter een konijn of een eend aan jaagt.
De grote Zwitserse sennenhond is uitermate geschikt als waakhond: Hij meldt zich als hij vreemden ziet, maar heeft niet de neiging om zonder reden flink te blaffen.
Hoewel hij graag een erf bewaakt, is hij ook graag dichtbij zijn baasjes.
Hij is daarom absoluut niet geschikt voor een kennel.
Houding: voor wie is een grote Zwitserse sennenhond geschikt?
Zoals de naam al doet vermoeden, heeft de grote Zwitserse sennenhond veel ruimte nodig.
De stad is daarom maar beperkt geschikt om hem te houden.
Hij voelt zich goed thuis in een huis met een omheind grondstuk of op een boerderij.
Alleen een grote tuin is niet genoeg voor het welzijn van deze hond.
De aanhankelijke Zwitsers hebben naast zinvolle activiteiten veel liefde en genegenheid nodig.
Vooral in de avond of na een lange wandeling zoekt hij de nabijheid van zijn baasjes op.
Is een Zwitserse sennenhond een gezinshond?
Ja, de grote Zwitserse sennenhond past goed bij gezinnen.
De sociale rashond houdt vooral van zijn gezin en is altijd graag bij ze in de buurt. De goedaardige reus kan bijzonder goed met kinderen opschieten, die hij als speelmaatje en beschermer nooit in de steek laat.
Als klassieke huis- en boerderijhond is hij echter erg beschermend ten opzichte van zijn baasjes.
De oplettende viervoeter meldt het onmiddellijk als vreemden in de buurt komen van zijn territorium.
Ook bij jonge bezoekers moet hiermee rekening worden gehouden.
Zijn voorbehoud tegenover ‘indringers’ is echter snel verdwenen, zodra hij ze leert kennen als vrienden van zijn gezin.
Is de grote Zwitserse sennenhond een hond voor beginners?
Nee, dit ras is niet geschikt voor beginners. Omdat de grote Zwitserse sennenhond zich niet snel onderwerpt en koppig is. Daarom vereist zijn opvoeding veel geduld, consistentie, ervaring en fijngevoel.
Hoeveel beweging heeft een grote Zwitserse sennenhond nodig?
Net zoals hij van zijn familie houdt, houdt hij van taken die bij zijn soort passen. Hij wil zich bewegen en het gevoel hebben om nodig zijn. In het verleden werd de grote Zwitserse sennenhond vaak ingezet om melk de zuivelfabriek in te slepen. Tegenwoordig trekt hij enthousiast sleeën of hondenwagens. Hij is echter niet geschikt voor snellere trekhondensporten.
Dankzij zijn aanhankelijke aard, zijn hoge intelligentie en leergierigheid merkt de Zwitser al snel wat er van hem wordt verwacht. Als een taak hem nutteloos of zinloos lijkt, laat de gewoonlijk zo gehoorzame hond zich ook van zijn koppige kant zien. Veel grote Zwitserse sennenhonden vinden mantrailen of andere uitdagingen voor hun neus fantastisch.
Waarmee moet rekening worden gehouden bij het houden van een puppy?
Als je een puppy in huis hebt, moet je er bij het geven van opdrachten en de beweging die daarmee gepaard gaat, op letten dat de gewrichten van je jonge hond niet overmatig worden belast.
Om gezondheidsproblemen en slijtage op later leeftijd te voorkomen, mogen puppy’s in de groeifase zo min mogelijk trappen op en af lopen, niet op een harde ondergrond spelen of springen en geen al te zware gewichten trekken of dragen.
Ook volwassen honden kunnen het beste in gelijkvloerse woningen worden gehouden, waar ze zo min mogelijk trappen op en af moeten lopen.
Verzorging van de grote Zwitserse sennenhond
De vachtverzorging is vrij eenvoudig dankzij het korte haar, dat slechts kleine hoeveelheden vuil opneemt. Regelmatig borstelen met een hondenborstel is voldoende. Als je hond erg vies is na een wandeling in het bos of een modderbad, kun je hem natuurlijk ook wassen onder de douche. Hondenshampoo mag alleen in kleine hoeveelheden worden gebruikt of moet volledig worden weggelaten, anders kan het de haarstructuur en de huidbarrière beschadigd raken.
Hoe hevig verhaart een grote Zwitserse sennenhond?
In de rui verliest een grote Zwitserse sennenhond veel ondervacht.
In de overige maanden verhaart hij gemiddeld.
Meer verzorgingstips:
Vacht: het korte haar moet één of twee keer per week worden geborsteld.
Tandverzorging: de tanden van de Zwitserse sennenhond moeten minimaal twee tot drie keer per week worden gereinigd – idealiter met een geschikte hondentandenborstel of andere tandverzorgingsproducten voor honden. Let ook op de kleur van het tandvlees en mogelijke ontstekingen.
Nagels knippen: om wondjes te voorkomen moeten de nagels van je sennenhond om de 1 of 2 maanden worden geknipt. Maar knip niet te veel af. Dit kan pijn doen bij de hond en van volgende nagelknipbeurten een echte uitdaging maken.
Oren van de hond reinigen: de buitenkant van de oren moeten ongeveer eenmaal per week met een bevochtigd zacht, pluisvrij wattenstaafje met een neutrale pH-waarde worden schoongeveegd. Steek niets in de gehoorgang en let op een onaangename geur of roodheid tijdens het reinigen – dit kan een indicatie zijn van infectie.
Geschiedenis van de grote Zwitserse sennenhond
De voorouders van de grote Zwitserse sennenhond werden gekenmerkt door een krachtig, niet dik, maar gespierd en beweeglijk lichaam. Ze zouden de geschiedenis ingaan als zogenaamde ‘slagershonden’.
Aan het einde van de 19e eeuw waren ze wijdverbreid in Midden-Europa, met name in Zwitserland, en werden als trekhond, veehoeder en waakhond gebruikt door slagers, boeren, veehandelaren en ambachtslieden.
Een “kortharige berner sennenhond” als stamvader
Zes jaar nadat de berner sennenhond voor het eerst op een hondenshow werd getoond (destijds werd hij nog ‘dürrbächler’ genoemd), werd in 1908 op de jubileumtentoonstelling van de Zwitserse Cynologische Vereniging (SKG) een reutje voorgesteld met dezelfde aantrekkelijke driekleurige vacht, alleen dan met kort haar.
Dankzij de Zwitserse geoloog en cynoloog Prof. dr. Albert Heim, die toen als fokrechter werd ingezet en al meewerkte aan het definiëren van een rasstandaard voor de berner sennenhond, kreeg deze kortharige hond speciale aandacht.
Samen met de eigenaar van het reutje, Franz Schertenleib, zocht hij naar andere kortharige teefjes waarmee een fokkerij van dit nieuwe ras werd opgezet.
Slechts een jaar later werd het ras met de naam ‘grote Zwitserse sennenhond’ opgenomen in het Zwitserse hondenstamboek.
Inzet in het Zwitserse leger
In tegenstelling tot de zeer succesvolle fok van de berner sennenhond, die na zijn ontdekking al snel tot ver over de Zwitserse grenzen bekend was, bleef de fokbasis van de grote Zwitsers vrij beperkt. Ook de oprichting van de rasvereniging Klub für Große Schweizer Sennenhunde in 1912 veranderde daar in eerste instantie weinig aan. Pas in de tweede Wereldoorlog, toen het Zwitserse leger inzag dat de robuuste en betrouwbare sennenhonden fantastische trek- en draaghonden waren, raakte het Zwitserse hondenstamboek iets voller. Vergeleken met de berner en appenzeller sennenhond is de grote Zwitserse sennenhond nog steeds een zeldzaam ras. In Duitsland worden jaarlijks 200 tot 300 grote Zwitserse sennenhonden geboren.
Gezondheid en typische ziekten bij dit ras
Net als bijna alle grote en zware honden heeft ook dit ras een verhoogd risico op heupdysplasie (HD), elleboogdysplasie (ED) of osteochondrose dissecans (OCD). Door strenge fokvoorschriften en zieke dieren consequent uit te sluiten van de fok kan het risico op een van deze ziektes gelukkig worden beperkt. Grote Zwitserse sennenhonden hebben ook een verhoogd risico op epilepsie.
Levensverwachting: hoe oud wordt een grote Zwitserse sennenhond?
De grote Zwitserse sennenhond heeft een gemiddelde levensverwachting van ongeveer 10 jaar.
Voeding van de grote Zwitserse sennenhond
Of er gewrichtsproblemen optreden hangt niet alleen af van de genen. Hoewel HD, ED of OCD vaak genetisch bepaald zijn, spelen voeding en levensomstandigheden ook een rol bij de uitbraak van ziektes van een hond.
Vooral in de cruciale groeifase kan een verkeerd dieet en te veel stress leiden tot skeletziekten wanneer de hond volwassen is.
Een te snelle groei, te wijten aan een overmatige eiwitinname bij puppy’s zorgt over het algemeen voor problemen.
Tot de leeftijd van 18 maanden moet de grote Zwitserse sennenhond daarom eiwitarm voer krijgen.
Dit geldt met name voor de belangrijkste groeifase van de derde tot de zesde maand.
Het is belangrijk dat de hond niet te weinig of te veel noodzakelijke voedingsstoffen binnen krijgt.
Zo leidt niet alleen teveel calcium tot groeiproblemen, maar ook een verkeerde verhouding van calcium ten opzichte van fosfor.
Lees meer over hondenvoeding en welke soort voeding geschikt is voor je viervoeter in onze gidsen:
De vraag welke voedingsstoffen een hond nodig heeft en in welke verhouding, is voor een heel ras niet zomaar te beantwoorden.
Dit hangt immers ook sterk af van individuele factoren, zoals leeftijd, geslacht, lengte, gezondheidstoestand, activiteitenniveau en houding.
Mocht je twijfelen, laat je dan door je dierenarts adviseren over wat je hond in welke fase precies nodig heeft.
Voor elke vorm van hondenvoeding geldt echter dat het voer van hoge kwaliteit moet zijn en de hond alle essentiële mineralen en voedingsstoffen biedt die hij nodig heeft, ook al zijn dit soms hele kleine hoeveelheden.
Een volwassen grote sennenhond heeft genoeg aan twee maaltijden per dag. In tegenstelling tot vers drinkwater, dat op elk moment beschikbaar moet zijn voor de hond, moet je voer slechts beperkt beschikbaar stellen. Grote Zwitserse sennenhonden hebben een hoger risico op overgewicht en helaas ook op gevreesde maagkantelingen. Voor beide kan het risico echter worden beperkt door zorgvuldige voeding en vaste voedingstijden.
Grote Zwitserse sennenhonden hebben de neiging om te zwaar te worden – hier komt u als eigenaar in actie!
Een Zwitserse sennenhond kopen: een geschikte fokker vinden
Vooral de rasverenigingen kunnen je helpen bij de zoektocht naar een geschikte, professionele fokker. Dit geldt zowel voor de aankoop van een puppy als het zoeken naar een volwassen hond.
Zorg ervoor dat de fokker lid is van een vereniging en zijn puppy’s beschikken over FCI-papieren.
Let daarom bij de keuze van de fokker op het volgende:
De fokker nodigt je bij hem thuis uit en laat je uit zichzelf het fokbedrijf en het moederdier zien.
(Puppy’s worden bij een eerste bezoek vaak niet getoond, hetzij omdat ze nog niet geboren zijn, omdat ze nog te klein zijn of omdat de fokker je wil beschermen tegen een overhaaste aankoopbeslissing na de aanblik van een schattige pup).
De fokker is lid van een officiële sennenhondenvereniging en beschikt over een brede kennis en veel ervaring met het ras.
De fokdieren worden van te voren uitgebreid onderzocht (met name op gewrichtproblemen) en puppy’s worden met alle nodige papieren, zoals bijvoorbeeld stamboom overhandigd.
Voordat de pups worden meegegeven, krijgen ze een gezondheidscheck, hun inentingen en worden ze gechipt.
De fokker vraagt specifiek naar je woonomgeving om erachter te komen of een grote Zwitserse sennenhond bij je zou passen.
Met fokkers die zo snel mogelijk van hun puppy’s af willen en niet geïnteresseerd zijn in hun verdere welzijn, ga je beter niet in zee.
De fokker verlangt een redelijke prijs voor zijn puppy’s.
Ga nooit in op onserieuze ‘koopjes’.
Iemand die de grote Zwitserse sennenhond voldoende aandacht geeft en geborgenheid biedt, wordt beloond met een ongelooflijk trouwe en goedaardige hond.
Ondanks dat hij erom bekend staat soms behoorlijk koppig te zijn, is de grote Zwitserse sennenhond een leergierige hond die zijn baasje vergezelt door dik en dun.
Over de grote Zwitserse sennenhond
Bijzonderheden:
Met een schouderhoogte tot 72 cm is de grote Zwitserse sennenhond de grootste van de vier Zwitserse sennenhonden.
Als boerderijhond was hij in Zwitserland in het hele land te vinden.
Karakter:
territoriaal, waakzaam, rustig, trouw, niet onderdanig
Schofthoogte:
Reutjes: 65-72 cm, teefjes: 60-68 cm.
Gewicht:
45-65 kg
Vacht:
gladde, korte vacht met ondervacht.
Zwarte basiskleur met witte bles en bruin-rode tekening (tricolor).
Kenmerkend zijn de bruin-rode vlekken boven de ogen.
Vachtverzorging:
weinig vachtverzorging nodig, verhaart gemiddeld.
Beweging:
Rent niet graag, maar wandelt graag in de natuur of in de tuin.
Het zooplus was mijn introductie tot freelance schrijven. Hier kwamen in 2011geïnteresseerde kattenliefhebbers samen en ontwikkelden hun eigen gedrukte tijdschrift genaamd “Pfotenhieb”. Naast mijn studie Duits kon ik artikelen voor “Pfotenhieb” schrijven. Vandaag ben ik een gelukkig hondenbaasje en wijd ik me aan informatie over dieren en dierengezondheid.
Een Pinscher in kleinformaat? Vergis je niet! De Dwergpinscher is een ‘echt mannetje’. Wie op zoek is naar een leuk en gezellig schoothondje is bij de Dwergpinscher aan het verkeerde adres. Ondanks zijn grootte heeft de levendige familiehond een enorme drang naar sport en beweging en houdt zijn baasjes flink in beweging.
Soeverein en gelaten – zo komt een evenwichtige Cane Corso Italiano over. Officieus is het uit Zuid-Italië afkomstige ras ook bekend onder de naam "Italiaanse Mastiff" of “Italiaanse Molosser”. Buiten Italië wordt het ras steeds bekender. Het ras is vooral geschikt voor sportieve baasjes met veel plaats en hondenervaring.
De pluizige vacht en de grootte maken van de Shiba Inu in eerste instantie een aantrekkelijke metgezel voor veel hondenliefhebbers. Maar het samenleven met de Japanse hond vereist kennis over hondenopvoeding. Je moet het ook leuk vinden om samen met je hond te bewegen.