De dwergschnauzer heeft een ruwharige vacht en een borstelige snor en wenkbrauwen en is eigenlijk een soort miniatuurversie van de schnauzer. Maar op het gebied van conditie, waakzaamheid en moed doet dit kleintje niet onder voor zijn grote broer.
De dwergschnauzer heeft het karakteristieke uiterlijk van de schnauzer geërfd. Dan hebben we het voornamelijk over de borstelige snor en de dikke, lange haren op zijn wenkbrauwen, die een beetje voor de ogen hangen. Hij heeft een relatief gedrongen bouw, met een rug die naar achteren toe afloopt. Twee eigenschappen die de dwerg-, middenslag- en riesenschnauzer met elkaar gemeen hebben. Dat geldt ook voor de ruwe deklaag van de vacht, die plat tegen het lichaam ligt.
De schofthoogte is slechts 30 tot 35 cm. Een dwergschnauzer weegt tussen de 5,5 en 9 kg.
Vier vachtkleuren
Qua vachtkleur is de dwergschnauzer net wat veelzijdiger dan de rest van de schnauzerfamilie. Naast de bekendste schnauzerkleuren: ‘peper-en-zout’ en zwart, is de kleinste van de schnauzer er ook in het zwart/zilver en wit. De vachtkleuren ontstaan als volgt:
Zwarte schnauzers hebben een zwarte onderlaag. Lichtgekleurde vachttekeningen op de kop, borst en langs de flanken zijn niet gewenst.
Peper-en-zout: Gelijkmatig verdeelde kleurschakeringen met veel pigment, van staalgrijs tot zilvergrijs, met een grijze onderlaag en een donkere deklaag. Duidelijk zichtbare, lichte vachttekeningen zijn ook in deze soort niet gewenst.
Zwart/zilver: Zwarte deklaag met zwarte onderlaag, met lichte vachttekeningen boven de ogen, op de wangen en keel, in de snor, op de voorkant van de borst in de vorm van twee driehoeken, midden op de voorpoten, aan de pootjes, aan de binnenkant van de achterpoten en rond de anus. Het voorhoofd, de hals en de buitenkant van de oren moeten zwartgekleurd zijn.
Witte schnauzers hebben een witte onderlaag en een lichte deklaag.
Partischnauzer
In de Verenigde Staten worden daarnaast ook de partischnauzers erkend, en zijn bovendien zeer geliefd. Onder partikleuren wordt verstaan dat een schnauzer een witte basisvacht heeft met gekleurde vlekken, waaronder de kleur lever (bruin) en chocolade. In tegenstelling tot de norm van de FCI erkent de American Kennel Club (AKC) deze kleurvariatie.
Dwergschnauzers zijn er in allerlei verschillende vachtkleuren.
Karakter van een dwergschnauzer: een vriendelijk eigenwijsje
Als we het karakter van de dwergschnauzer in steekwoorden moeten verwoorden, kiezen wij voor: zeer levendig, slim, waakzaam, een beetje eigenwijs, vriendelijk, zachtaardig en aanhankelijk. Daarin lijkt hij op zijn twee grote broers, de middenslag- en riesenschnauzer. Maar als je kijkt naar hoe klein hij is, is het onderdeurtje uit de schnauzerfamilie toch verbazingwekkend fit, slim en onverschrokken.
Hij is van nature uiterst waakzaam en meldt elk onbekend geluid bij zijn baasje. Daardoor is het ook meteen een goede waakhond waar gezinnen, in tegenstelling tot sommige andere waakhondenrassen, niet voor terug hoeven te schrikken. Ook vreemden worden door de dwergschnauzer neutraal en relatief terughoudend benaderd.
Vachtverzorging, voeding en houden
Een schnauzer heeft iets meer verzorging nodig dan veel andere rassen. De ruwe vacht moet namelijk niet alleen regelmatig worden geborsteld, maar ook twee tot vier keer per jaar worden getrimd. Hiervoor kun je terecht bij een hondentrimsalon of je dierenarts.
Je kunt het ook zelf leren, zodat je je hond voortaan zelf thuis kunt trimmen. Met de juiste materialen en een beetje oefening zou dat geen probleem moeten zijn. Bovendien moet de snor regelmatig worden bijgeknipt en moeten de ogen, oren en nagels worden gecontroleerd.
Goed nieuws voor mensen met allergieën: schnauzers verharen nauwelijks en maken geen vachtwisseling door. Daardoor zijn ze bijzonder geschikt voor baasjes met een milde allergie voor dierenharen.
Welk voer heeft een dwergschnauzer nodig?
Wat een hond precies nodig heeft, is afhankelijk van de hond zelf. Net als bij mensen is de behoefte aan voedingsstoffen en energie afhankelijk van de leeftijd, het geslacht, gewicht en de mate van activiteit van de hond.
Een jonge hond die meerdere uren rondrent in de natuur of op de hondenlosloopplaats heeft bijvoorbeeld meer proteïnen nodig dan een oude hond die het liefste de hele dag op de bank ligt.
Als je wil weten welk voer het beste is voor jouw hond, kun je je het beste laten adviseren door een dierenarts of deskundige op het gebied van dierenvoeding.
Houden: ook als je kleiner woont
Wereldwijd behoren dwergschnauzers tot de populairste hondenrassen. Het ‘handzame formaat’ van deze honden draagt daar uiteraard aan bij, omdat het ras daardoor goed in een kleiner huis of appartement kan leven.
Maar vergeet niet dat het ras een relatief hoge bewegingsdrang heeft. Dwergschnauzers moeten meerdere uren per dag kunnen bewegen. Je kunt langere wandelingen maken, of samen gaan sporten.
Sport en activiteit: kleine energiebom
Het formaat van de dwergschnauzer doet niet vermoeden hoe veel beweging het ras nodig heeft. Wandelen, apporteren, balspellen, zoekspelletjes, spoorzoeken, hardlopen, zwemmen of fietsen – deze kleine wervelwind krijgt er geen genoeg van en is het liefst de hele dag in beweging.
Hij wil beziggehouden worden. Lui op de bank liggen is niks voor de dwergschnauzer. Maar als je hem genoeg beweging en tijd in de buitenlucht geeft, kan hij zich veel beter aanpassen aan zijn leefomgeving, is hij aanhankelijker en een echt knuffelhondje dat het liefst bij zijn baasje in de buurt blijft.
Past een dwergschnauzer bij mij?
Doordat het een levendig ras is dat veel beweging en activiteit nodig heeft, moet het baasje ook actief en sportief zijn. Oudere mensen die niet meer goed ter been zijn of mensen die overdag voor langere tijd weg zijn, kunnen beter geen dwergschnauzer nemen.
Hondenliefhebbers die graag samen met hun viervoeter op avontuur gaan en zelf ook graag sportief bezig zijn, kunnen veel plezier hebben aan de speelse en intelligente dwergschnauzer.
Is de dwergschnauzer een gezinshond?
Dit ras is ook geschikt voor gezinnen met kinderen. De kleine schnauzer heeft over het algemeen een nauwe band met zijn gezin, zowel met volwassenen als met kinderen.
Opvoeding: een leergierige en intelligente hond
Schnauzers zijn heel erg op mensen gericht, zeer intelligent en leergierig, waardoor het dankbare en gehoorzame leerlingen zijn. Mits hij zowel fysiek als mentaal voldoende wordt uitgedaagd, natuurlijk.
Als dat niet het geval is, kan hij zich van zijn koppige kant laten zien. Als hij te weinig taakjes toebedeeld krijgt van zijn baasje, zoekt deze eigenzinnige en slimme rakker zelf een bezigheid. En of dat iets is wat het baasje leuk vindt, valt dan nog maar te bezien.
Zijn dwergschnauzers gemakkelijk op te voeden?
Een dwergschnauzer neigt naar dominantie en moet goed gesocialiseerd worden om er fijn mee samen te kunnen leven. Vooral als pup zou je hond op een veilige manier kennis moeten maken met zo veel mogelijk verschillende dieren, mensen, voertuigen en geluiden. Dat is de enige manier om hem te leren rustig om te gaan met alledaagse situaties.
Zijn dwergschnauzers keffertjes?
Over het algemeen geldt dat schnauzers bij het minste of geringste geluid hard begint te blaffen om te ‘melden’ dat er iets gebeurt. Geef vanaf het begin duidelijk je grenzen aan. Naast consistentie en een zekere mate van kennis, heb je hier vooral veel liefde en geduld voor nodig. Dwergschnauzers zijn heel gevoelig en raken behoorlijk in de war als je ze te hard aanpakt.
Gezondheid: een krachtige dwerghond
In de basis is de dwergschnauzer sterk en krachtig. Gebreken of kwetsbaarheden waar veel andere dwerghonden mee te kampen hebben, komen onder de schnauzers niet voor.
Zijn er ziektes waar dit ras vatbaar voor is?
Gelukkig zijn er nauwelijks ziektes die typisch zijn voor de dwergschnauzer. Deze honden kunnen last hebben van een slechtere aanmaak van traanvocht, wat vervelend is, maar niet levensbedreigend. Het kan wel leiden tot ontstekingen en infecties in de ogen.
Ook andere oogaandoeningen, zoals PRA (progressieve retina atrofie) komen wel eens voor. Daarnaast lijden schnauzers in zeldzame gevallen aan epilepsie en PL (patellaluxatie).
Hoe oud worden dwergschnauzers?
Als ze op de juiste manier gehouden en goed verzorgd worden, kunnen dwergschnauzers zonder moeite 14 jaar worden.
Fokkerij
Hoewel vooral in de VS veel is geëxperimenteerd met het fokken van dwergschnauzers en daaruit naast het miniatuurformaat ook het omstreden ‘toy’-formaat en ‘teacup’-formaat zijn ontstaan, is de dwergschnauzer in Europa nooit een modehond geweest.
Verantwoordelijke fokkers die zich aan de regels van de FCI houden, vermijden het de hond kleiner te fokken en richten zich in plaats daarvan op het behoud van een goede gezondheid, kracht en rasechtheid.
Waarom een rashond?
Vermijd fokkers die louche aanbiedingen doen en pups zonder stamboominformatie aanbieden tegen lage prijzen. Alleen bij verantwoordelijke fokkers heb je de garantie dat je hond uit een gezonde stamboom komt, alle aanbevolen inentingen heeft gehad en goed is onderzocht. Daarnaast worden honden bij goede fokkers in de eerste weken van hun leven goed opgevoed en gesocialiseerd.
Geschiedenis en afkomst: het begin van doelbewuste fokkerij
De doelbewuste fok van een miniatuurversie van de ruwharige pinscher begon rond 1880 in de buurt van de Duitse stad Frankfurt am Main. Op basis van de middenslagschnauzer moest een kleine hond worden gecreëerd die qua uiterlijk en karakter precies overeen moest komen met zijn grote broer.
Het kleine formaat van de ruwharige dwergpinscher, zoals het ras nog werd genoemd toen ze net begonnen, is waarschijnlijk bereikt door de dwergpinscher met een affenpinscher te kruisen.
In 1888 is de dwergschnauzer voor het eerst officieel geregistreerd. De kleintjes stonden in het begin nog in de schaduw van hun grote broers, maar na de tweede wereldoorlog werd het fokken van kleinere honden erg populair, waardoor de dwergschnauzer steeds geliefder werd.
De voorouders van de dwergschnauzer
Pit, moed, intelligentie en waakzaamheid waren typische eigenschappen van de voorouders van de schnauzer. Als hond van boeren en voermannen moesten ze namelijk niet alleen ratten en muizen verjagen uit het huis, van het erf en uit de koets, maar ook dieven en andere ongewenste gasten wegjagen.
Ze hadden een goede conditie nodig, zodat ze de voermannen op reis konden bijhouden, en een weerbestendige en robuuste vacht. Dankzij hun veelzijdige inzetbaarheid als ‘rattenvangers’, stalhonden en waakhonden waren de ruwharige pinschers tegen het einde van de negentiende eeuw zeer geliefd.
Het ras komt oorspronkelijk uit Duitsland, uit de regio Baden-Württemberg en Beieren, waar in deze tijd in elk dorp wel een dergelijke hond te vinden was.
Samenvatting: grappig vriendje en betrouwbare waakhond
Omdat ze zo snel kunnen leren, zo speels zijn en zo’n nauwe band hebben met hun gezin, staan dwergschnauzers open voor de ‘opvoedingspogingen’ van hun baasjes.
Trainingsoefeningen zien ze vaak als een speelkwartier, waardoor ze graag meedoen, mits er genoeg afwisseling is. Als er telkens op hetzelfde wordt gedrild, komt hun koppige kant naar buiten. Maar wie de juiste weg vindt met zijn dwergschnauzer, heeft een heel fijn hondje. Een hondje dat niet alleen plezier in huis brengt, maar ook een betrouwbare bescherming tegen inbrekers.
zooplus Editorial Team
The zooplus editorial team consists of a dedicated team of experts with many years of experience in the field of animal husbandry: Luisa with her White Swiss Shepherd Elyos, Laura, Julio, and Florian. Together with a large network of animal experts, we work to make the zooplus magazine a trusted source of information for all animal owners and lovers. Our goal is to provide exciting animal knowledge and relevant information on the proper care of pets.
Een Pinscher in kleinformaat? Vergis je niet! De Dwergpinscher is een ‘echt mannetje’. Wie op zoek is naar een leuk en gezellig schoothondje is bij de Dwergpinscher aan het verkeerde adres. Ondanks zijn grootte heeft de levendige familiehond een enorme drang naar sport en beweging en houdt zijn baasjes flink in beweging.
Soeverein en gelaten – zo komt een evenwichtige Cane Corso Italiano over. Officieus is het uit Zuid-Italië afkomstige ras ook bekend onder de naam "Italiaanse Mastiff" of “Italiaanse Molosser”. Buiten Italië wordt het ras steeds bekender. Het ras is vooral geschikt voor sportieve baasjes met veel plaats en hondenervaring.
De pluizige vacht en de grootte maken van de Shiba Inu in eerste instantie een aantrekkelijke metgezel voor veel hondenliefhebbers. Maar het samenleven met de Japanse hond vereist kennis over hondenopvoeding. Je moet het ook leuk vinden om samen met je hond te bewegen.