Puppyvoeding

drie puppys eten uit bak

De juiste puppyvoeding is zeer belangrijk voor een goede ontwikkeling van je puppy.

Voeding speelt een centrale rol in het leven. Daarom is het belangrijk onze honden al wanneer ze puppy zijn gezond en vooral evenwichtig te voeden. Zo leg je een goede basis voor goede lichamelijke en mentale ontwikkeling. Voor de juiste puppyvoeding voor je puppy moet je op een aantal dingen letten.

Snelle groei bij puppy’s

Vanaf het moment dat je puppy geboren wordt totdat hij volwassen is groeit hij ongelooflijk snel. Al in de eerste week is het geboortegewicht van je puppy verdubbeld en na drie weken is dat zelfs 3 tot 4 keer zoveel.

De grootste groeifase is tijdens de eerste zes tot acht maanden. Dan kan je je puppy bijna live zien groeien. Als ze vijf maanden oud zijn, behalen de jonge honden over het algemeen ongeveer 50 procent van het eindgewicht.

Kleinere hondenrassen groeien iets langzamer en zijn meestal al na 10 tot 12 maanden volgroeid. Grote honden of zeer grote rassen, zoals de Duitse Dog of de Ierse Wolfshond, bereiken echter pas na 18 maanden hun eindgewicht.

Daarom is er speciale voeding voor puppy’s en jonge honden op de markt, die aan de snelle groei is aangepast. Zulke producten zijn meestal met ‘junior’ of ‘puppy’ gekenmerkt. Soms wordt er ook een onderscheid gemaakt tussen puppy- & babyvoeding tot de vierde maand en juniorvoeding vanaf de vierde tot en met de twaalfde maand.

Risico bij puppyvoeding: energieoverschot

De twee grootste problemen die kunnen ontstaan bij evenwichtige en gezonde voeding voor puppy’s zijn een mogelijk energieoverschot en een tekort aan mineralen.

De aanvoer van energie gebeurt in eerste instantie via vetten en koolhydraten in de voeding. Daarnaast wordt er energie gehaald uit eiwitten. Er ontstaat dan vaak een overschot aan energie bij de puppy als de eigenaar het beste voor wil hebben met zijn viervoeter en hem overlaadt met lekkernijen en kauwsnacks.

Ontwikkelingsstoornissen door te snelle groei

Een te hoge energievoorziening leidt bij je puppy echter meestal tot een snellere groei. De puppy’s worden daardoor maar zelden dik. In plaats daarvan leidt de snellere groei tot ontwikkelingsproblemen in het skelet, juist bij grote rassen: de verwachte eindgrootte van het lichaam wordt eerder bereikt. Daardoor worden de botten belast met een te hoog gewicht, terwijl ze nog niet voldoende gestabiliseerd en gemineraliseerd zijn.

De energiebehoefte tijdens de groei hangt er onder andere stek vanaf in welke omgeving je puppy opgroeit. Als hij in een groep opgroeit, dan is de energiebehoefte duidelijk hoger dan bij puppy’s die alleen leven in een rustig huishouden.

Groeicurve als hulpmiddel

Daarom is het belangrijk het groeiverloop en de gewichtsontwikkeling – vooral bij grote rassen – door een groeicurve te bepalen. Daarop kan je zien hoeveel je puppy is aangekomen in een bepaalde tijdsduur.

Om dat te doen wordt het typische gewicht van het ras en het eindgewicht van volwassen honden vastgelegd. In het beste geval stijgt de curve dan langzaam binnen een bepaald gebeid. Alleen op die manier kan je op een overschot aan energie en een te snelle groei reageren.

Honden – vooral zeer grote rassen – mogen echter nooit uitgehongerd worden omwille van de grootte. Want ook een tekort aan energie en eiwitten leidt tot ontwikkelingsproblemen.

Groeicurve Hond

Tekort aan mineralen

Een ander probleem met puppyvoeding is een tekort aan mineralen. Calcium en fosfor zijn heel vaak niet goed gedoseerd: zo moet je niet alleen letten op het absolute gehalte in de porties, maar ook op de calcium-fosforverhouding. Die verhouding is 1,3:1 tot 1,5:1.

Praktische tip: Bij de analytische bestanddelen van goed droogvoer voor puppy’s en jonge honden ligt het calciumgehalte normaal op 1,25 tot 1,6%. Het fosforgehalte bedraagt 0,9 tot 1,2%. Bij natvoer zijn een calciumgehalte 0,3 tot 0,45% en een fosforgehalte van 0,22 tot 0,3% ideaal.

Zolang je pup groeit, is het bovendien belangrijk om te letten op voldoende toevoer van ijzer en jodium. Dat komt omdat puppy’s zes keer zo veel ijzer nodig hebben als volwassen honden.

Als je de waardes voor perfecte puppyvoeding wilt uitrekenen, kun je de onderstaande formules helpen gebruiken.

  • IJzerbehoefte van een pup: 6,1 mg/kg x lichaamsgewicht (in kg)^0,75
  • Jodiumbehoefte van een pup: 61 µg/kg x lichaamsgewicht (in kg)^0,75
Volwassen hond (15 kg) Puppy, drie maanden (15 kg) Kind
(15 kg)
Calciumbehoefte 1.000 mg 4.900 mg 600 mg
Jodiumbehoefte 220 μg 460 μg 100 μg
IJzer 8 mg 47 mg 8 mg

De vergelijkingstabel laat de behoefte aan calcium, jodium en ijzer zien bij puppy’s, volwassen honden en jonge honden tijdens de groei.

Tekort aan calcium

Het meest voorkomende probleem bij puppyvoeding is het tekort aan calcium. Dat leidt tot ontwikkelingsproblemen met het skelet. Een volwassen hond heeft in vergelijking met mens van hetzelfde gewicht al 2,8 zo veel calcium nodig. Maar waarom is die behoefte bij honden zo hoog? Het antwoord zit in de hondendarmen die zich niet goed kunnen aanpassen aan een veranderende toevoer van calcium.

Bij een puppy van drie maanden oud is de behoefte aan calcium nog 4 keer hoger (tot 7 keer bij grote rassen) dan die van een volwassen hond. Ter vergelijking: je puppy van drie maanden oud van 15 kg heeft ongeveer 4.900 miligram (gemiddeld) calcium nodig; een volwassen hond van 15 kg heeft echter nog maar 730 miligram nodig. Een jonge hond van 1 tot 4 jaar oud van ongeveer 15 kg heeft echter enkel 600 miligram calcium per dag nodig.

In tegenstelling tot wat velen denken, is het calciumgehalte in melkproducten bij lange na niet genoeg voor wat je opgroeiende hond nodig heeft.  100 gram magere kwark bevat bijvoorbeeld slechts 85 miligram calcium.

Meestal wordt een tekort veroorzaakt door een ‘verdunning’ van het calciumgehalte in de porties. Dat gebeurt bijvoorbeeld als evenwichtig, commercieel compleetvoer met een eigen portie (rijst, aardappel, vlees of natvoer zonder toegevoegde calcium) gemixt wordt, maar de hond ook meer energierijke lekkernijen en kauwsnacks krijgt.

Te veel calcium

Ook een overschot aan calcium moet je vermijden bij de puppyvoeding. Dat kan namelijk leiden tot groeistoornissen omdat het de botopbouwende cellen (osteoclasten) verstoort. Daarbij geldt als richtlijn: in de porties mag calcium maximaal 1,5 keer de nodige hoeveelheid bedragen.

Als de eigenaar van de hond kalkpoeder of botten bijvoert, is er vaak sprake van een overschot. In goed compleetvoer voor puppy’s of jonge honden zit namelijk al voldoende calcium.

Een andere bron voor meer calciumtoevoer is de toevoeging van mosselextracten voor de gezonde groei van de gewrichten. In die preparaten zit vaak niet alleen mosselvlees, maar ook mosselkalk als verstopte calciumbron.

Niet vergeten: vitamine D in puppyvoeding

De beste voorziening van calcium heeft geen zin als er in de portie niet ook een voldoende hoeveelheid vitamine D zit. Vitamine D, oftewel calciferol, bevordert de opname van calcium in de darmen en dient zo als vervoerder in het lichaam.

Hier bepaalt de hoeveelheid tevens de werking. Een teveel aan vitamine D, bijvoorbeeld door de aanvulling met levertraan in een zelf samengestelde portie, leidt tot een te hoge calciumwaarde in het bloed. Daardoor kunnen onder andere aderverkalkingen ontstaan.

puppy met kauwstick

De juiste eiwitvoorziening in de puppyvoeding

De behoefte aan eiwitten bij een pup is direct na het stoppen met moedermelk (na ongeveer 8 weken) het grootst. Daarna daalt de behoefte binnen het eerste halfjaar tot die van een volwassen hond.

Daarbij is het belangrijk je pup te voorzien van hoogwaardige eiwitten, bijvoorbeeld uit spiervlees, melkproducten of ei. Let vooral op de inname van voldoende dierlijke en in kleine mate plantaardige eiwitten.

Proteïne is nodig om de lichaamsbouw te behouden en nieuw weefsel aan te maken. Vooral essentiële aminozuren uit de dierlijke eiwitten zijn bijzonder belangrijk voor je hond, aangezien hij deze maar in zeer kleine mate zelf kan aanmaken.

Een overschot aan proteïne leidt tot onvoldoende ontwikkeling van de spieren en tot meer vetophoping. Op de lange termijn valt je hond zelfs af en krijgt hij problemen met het kraakbeen. Tegenwoordig is een tekort aan eiwitten in commerciële voeding en zelf samengestelde porties echter een probleem dat zelden voorkomt.

Niet te vroeg overstappen op voeding voor volwassen honden

In het beste geval mogen puppy’s niet voor de twaalfde maand overstappen van juniorvoeding op voeding voor volwassen honden. Zo kan je een tekort aan eiwitten, mineralen, sporenelementen en vitamines voorkomen.

Natuurlijk zijn ook zelf samengestelde porties bij de teelt van pups een alternatief voor kant-en-klaare voeding. Dat moet je alleen wel samen met een specialist samenstellen en tijdens de groei controleren en constant aanpassen. Op die manier kan je foutjes in de porties vermijden en gezondheidsproblemen voorkomen.

Overigens: speciaal droogvoer en natvoer voor een gezonde groei van je pup vind je ook in de webshop van zooplus.

Onze meest behulpzame artikelen
9 min

Levensmiddelen die honden niet mogen eten

Niet alle levensmiddelen die wij mensen zomaar kunnen eten, zijn goed voor onze honden. Soms zijn zelfs de kleinste hoeveelheden giftig, terwijl het soms ook eraan ligt hoe vaak je hond iets binnenkrijgt of de bereiding van de levensmiddelen. Krijg een goed overzicht over de schadelijke en ongevaarlijke voedingsmiddelen voor je hond. 
7 min

Het juiste voer voor oudere honden

De eerste haren worden grijs en de bewegingen worden langzamer: je hond wordt oud! Dat hoort ook bij een hondenleven, net zoals bij een mensenleven. Maar om de vergrijzing bij jouw hond te verlichten kun je veel doen. Het juiste voer voor oudere honden is erg belangrijk in deze levensfase, een voeding die afgestemd is op de behoeften van oudere honden zorgt op een vergevorderde leeftijd voor gezondheid en vitaliteit.
6 min

Droogvoer vs natvoer

Het aanbod van hondenvoer is vandaag de dag groter dan ooit. Hoewel een groot aandeel van de producten voor alle honden geschikt is, blijf je als baasje toch nog een aantal vragen zitten: welke voeding is nou de juiste voeding voor mijn dier? Is droogvoer beter dan natvoer of is het andersom?