De Bengaal is een werkelijk uniek kattenras. Het is tenslotte een ‘huistijger’ in de letterlijkste zin van het woord: de rasfokkers gebruiken deels bloed van wilde katten. De gemengde wilde katten zoals de Bengaal of de Savannah zijn de nieuwste rage in de fokwereld! Wat maakt een een kat een gemengde wilde kat en waar moet je bewust van zijn met een kruising van een wilde kat in de woonkamer? Ons rasrapport geeft antwoorden.
Aan het begin van de negentiende eeuw waren grote wilde katten in de Europese dierentuinen te vinden. Wat voor dierentuinen onpraktisch bleek is uiteindelijk naar de wereld van kleine katten overgesprongen: zogenaamde gekruiste wilde katten worden meer en meer enthousiast gekruist met huiskatrassen. Het bekendste voorbeeld hiervan is de Bengaal, die ontstaan is uit een kruising tussen een getemde, zwarte huiskat en een Aziatische luipaardkat. Het resultaat is een kattenras dat met een langgestrekt lichaam en een uitzonderlijke vachtkleuring overtuigende gelijkenissen toont met zijn wilde verwanten, maar soms een ervaren hand nodig heeft.
De kruising van wilde katten stamt oorspronkelijk uit de VS. Daar voerde de geneticus Jean Mill in 1963 de eerste fokexperimenten uit met de in Zuid-Azië voorkomende Aziatische luipaard-kat Prionailurus bengalensis en een huiskat. Het doel was een tamme huiskat met het uiterlijk van zijn wilde, oorspronkelijke voorouders.
Echter was het idee niet helemaal nieuw: reeds in 1889 heeft de Britse kunstenaar en journalist Harrison William Weir een kruising tussen de Aziatische Luipaardkat en een huiskat gemeld. Het is echter Jean Mill, destijds nog bekend als Jean Sudgen, die een grote invloed op de fok van de Bengaal had en grondlegger van het ras was.
Zij hield zich in 1946 bezig met een onderzoek voor haar genetica-les aan de Davis universiteit in de VS met het thema ‘Crossbreeding’. In het Nederlands: ‘Raskruisingen bij huiskatten’. Aan het begin van de jaren ’60 bracht ze haar ideeën en kennis in de praktijk: ze kruiste huiskatten met Aziatische luipaard-katten. Directe kruisingen tussen wilde- en huiskatten noemt men ‘F1’-dieren. Een kruising tussen een F1-dier en een huiskat noemt men een ‘F2’-dier enzovoorts. F1- en F2-dieren tonen vaak het wilde gedrag van wilde katten. Jean Mill kruiste vrouwelijke F1-dieren weer met de vader en kreeg zo F2-katten.
Na nog eens twee of drie generaties gedroegen kittens zich overeenkomstig met de huiskat. Als gevolg van de dood van haar man onderbrak Jean Mill haar fokexperimenten kort, maar zette deze in de jaren ’70 voort toen ze in staat was om vrouwelijke gekruiste dieren over te nemen van wetenschapper William Centerwall. Hij had Aziatische Luipaardkatten met huiskatten gekruist om hun immuniteit voor feline leukemie te onderzoeken. Dit was het begin van het moderne Bengaalse ras, dat officieel erkend werd in 1983 door de TICA (The International Cat Association). Aanvankelijk werden er ook nog andere rassen gekruist, zoals de Abessijn, Egyptische Mau en de Amerikaanse Korthaar, om het gewenste uiterlijk van de Bengaal te verfijnen. Inmiddels wordt de Bengaalse kat raszuiver gefokt. Evenwel worden er alleen katten uit de vierde generatie (F4) getoond op voorstellingen. Alleen deze generatie wordt beschouwd als ‘tam’ en is vergelijkbaar met het karakter van een huiskat.
De Bengaalse kat heeft inmiddels veel vrienden en wordt ondertussen door veel overkoepelende organisaties, zoals de CFA (Cat Fanciers’ Association) erkend.
Uiterlijk van de Bengaal
Maar genoeg over de geschiedenis van de Bengaal, die afwijkt van die van andere raskatten. De soepele en atletische dieren wegen tot 6 kilogram, met daarnaast een hoogte tot 30 centimeter. Haar krachtige lichaam wordt ondersteund door lange, gespierde benen. In verhouding is de kop van de Bengaalse kat vrij klein. De kop wordt gedomineerd door hoge jukbeenderen en amandelvormige, grote ogen. De grote ogen van de Bengalen zijn vaak groen of blauw. De oren zijn bovenaan afgerond en klein, maar beschikken over een brede basis.
Het meest opvallende is de ‘wilde’ tekening van de Bengaal. Met grote vlekken, een roze, lichte buik en de strepen op de voorpoten hebben ze zeer veel overeenkomsten met hun wilde voorouders. De poten zijn bij de meeste katten gestreept of hebben stippen. Bengalen komen voor met de kleuren oranje, goud, amber en zandkleurig, vaak ook met ‘glans’. Bekend zijn de tekeningen ‘marbled’ en ‘spotted’:
Marbled: ‘Marbled’ refereert aan de gestreepte tekening van andere kattenrassen. De tekening van de Bengaal herinnert je in ieder geval zo weinig mogelijk aan een huiskat.
Spotted: De vachttekening ‘spotted’ wordt specifiek gevraagd: ‘Spotted’ Bengaalse katten lijken met hun grote vlekken en stippen op de wilde luipaardkat, daarbij worden tweekleurige spikkels (‘rosetted’) van eenkleurige spikkels onderscheiden.
Kin, borst, buik en de binnenkant van de poten hebben basiskleuren van crème tot wit en staan in contrast met de kleur van de zij en de rug. Ogen, lippen en de neus worden idealiter omlijst door smalle, zwarte lijnen. Niet alleen het oorspronkelijke uiterlijk van de Bengaalse kat, dat doet denken aan het gedeeltelijk wilde bloed, maakt dit ras zo bijzonder!
Vanaf de vijfde generatie wordt de Bengaal beschouwd als ‘tam’. Toch zijn het – dankzij hun wilde afkomst – actieve, temperamentvolle dieren. Bengaalse katten zouden daarom pas vanaf deze generatie als huisdier gehouden moeten worden! Ook fokdieren mogen pas vanaf de vierde generatie getoond worden bij voorstellingen. De rasstandaard van de Bengaal zijn ‘betrouwbare, attente, nieuwsgierige en vriendelijke katten’!
De Bengaal is een kat die altijd lol maakt! Ze geldt als slim en volgzaam, waardoor het veel aandacht vergt om aan hun activiteitendrang te kunnen voldoen. Liefhebbers van Bengaal katten stellen vaak vast dat eenvoudige knuffels en spelletjes niet voldoende zijn om de kat bezig te houden. Doeltraining en werken met een clicker, net zoals een katvriendelijke omgeving waarin geen ruimte is voor verveling werken daarentegen wel. Bengaalse katten houden ervan om te klimmen en vinden water bijzonder leuk. Beveiligde vrijheid zorgt ervoor dat de Bengaal niet verveeld raakt en zijn bewegingsdrang kan uiten. Een grote tuin is natuurlijk ideaal, bij rustigere dieren is een beveiligd balkon met veel klimmogelijkheden ook voldoende.
De Bengaal is een zelfbewuste, vooral dominante en actieve kat. Gezelschap van andere, meer territoriale katten kan daarom tot problemen lijden. Niettemin zou een Bengaal niet alleen gehouden moeten worden. Als metgezel komen katten met een soortgelijk temperament in aanmerking. Rustige katten zoals de Perzische kat of Britse Korthaar zijn daarvoor niet geschikt.
Bij een gemengd ras is het grootbrengen van individuele dieren erg belangrijk. Want ook al zijn het huiskatten, van binnen zijn het nog wilde dieren. Dit erfgoed zet zich vooral zo door bij katten waarvan het wilde kattenbloed niet ver teruggaat in de stamboom… Bengaalse katten van de eerste generatie laten bijvoorbeeld nog sterke eigenschappen van wilde dieren zien. Bovendien vergt het houden van Bengalen van de eerste generatie meer aandacht, omdat deze dieren als wilde katten niet geschikt zijn als een simpel huisdier. Voor kattenliefhebbers zijn katten vanaf de vijfde generatie geschikt, omdat vanaf dan Bengalen niet meer als gemengd gezien worden. Wat bij alle raskatten belangrijk is: koop jouw kat bij een professionele fokker, die de nadruk legt op de socialisatie en het grootbrengen van zijn kittens waardoor hij je kan bijstaan bij het samenleven met jouw Bengaal! De volwassen katten moeten mensgericht en betrouwbaar zijn.
Als wilde katten zijn Bengaalse katten van de eerste tot de vierde generatie beschermde diersoorten. Voor beschermde diersoorten gelden bepaalde restricties voor het houden van de dieren: wilde katten, en hun directe afstammelingen, moeten een buitenplaats van minimaal 15 vierkante meter groot tot hun beschikking hebben.
Vanaf de vijfde generatie is het karakter van de Bengaalse kat vergelijkbaar met die van andere actieve rassen zonder wilde kattenbloed. Ook het houden van ‘gemengde’ katten verschilt slechts weinig van het dierenwelzijn van actieve katten. Een veilige tuin of een beveiligd balkon met veel speel-, klim- en krab-, en verstopmogelijkheden is ideaal, waardoor de Bengaalse kat zijn activiteitendrang kan blijven uiten. Varieer de omgeving van de Bengaalse kat en stimuleer haar telkens opnieuw. Een waterbak op het balkon? Een kleine vijver in de tuin? Laat je fantasie de vrije loop! Na een paar weken met een Bengaalse zijn de clicker en doeltrainingen geen vreemde woorden meer voor je.
Intelligentie speeltjes en rebussen worden bijzonder goed gewaardeerd door de Bengaal! Inmiddels bestaan er ook intelligentie speeltjes voor katten, maar de voor honden aangeboden producten voldoen ook. Omdat de Bengaal van water houdt, kun je een vlakke, grote waterbak aanschaffen voor spelletjes en plezier, in de zomer voor buiten en in de winter voor in de badkamer!
Het houden van een Bengaalse kat kan daarom heel uitdagend zijn voor kattenliefhebbers die rustige rassen gewend zijn. Omdat de Bengaal een intelligent, volgzaam ras is, is het heel leuk om tijd met ze door te brengen!
Bengalen kunnen aan rastypische ziektes lijden. Progressieve Retinale Atrofie (PRA-b) is er daar een van, dat door degeneratie van het netvlies tot blindheid in de eerste levensjaren kan leiden. Een andere geërfde ziekte is Pyruvaatkinase Deficiëntie (PKDEF). Dan worden de rode bloedlichaampjes verstoord door een tekort aan pyruvatkinase, wat tot bloedarmoede (anemie) leidt. Beide ziektes kunnen door genetische tests aangetoond worden. Bovendien kunnen Bengalen hypertropische cardiomyopathie (HCM) hebben. Dit is een hartziekte die een verdikking van de hartspier veroorzaakt. Hypertropische cardiomyopathie kan jaarlijks met een echografie vastgesteld worden. Verantwoorde fokkers laten de katten op erfelijke ziektes testen en sluiten betroffen dieren uit voor de fok. Dat is nog een reden om een serieuze fokker te zoeken die het welzijn van de gefokte dieren op de eerste plaats zet. Ga liever niet naar dubieuze aanbieders van katten die ze zonder papieren verkopen en dus niet kunnen garanderen dat de dieren gezond zijn.
De beste gezondheidszorg voor een Bengaal is een soortspecifieke voeding en een jaarlijkse ‘check-up’ bij de dierenarts. Veel houders van gemengde rassen voeren rauwe voeding, omdat veel Savannah en Bengaalse katten gevoelig zijn voor industrieel kattenvoer en omdat er bacteriën in het voedsel blijken te zitten. In principe bezorgt hoogwaardig kattenvoer uit een doosje of blikje uw Bengaal alles wat zij nodig heeft voor een lang en gezond kattenleven! Mocht je voor rauwe voeding kiezen, is een gedegen opleiding essentieel. Met de juiste natuurlijke supplementen weet je zeker dat je je kat gezond voedt.
Je ziet: de Bengaal is een zeer boeiend ras! Ben je tijdens het lezen van ons rasrapport gaan houden van de ‘gemengde’ kat, dan rest nu nog de vraag: waar vindt men zo’n uitzonderlijke tijger?
Een verantwoordelijke fokker zorgt ervoor dat de houding van de Bengaalse kat echt goed is voor jou en jouw gezin! Hij zorgt zo vroeg mogelijk voor contact met de kittens en hun toekomstige gezin, en begeleidt zijn kittens in hun nieuwe thuis. Als lid van een fokvereniging zorgt hij er niet alleen voor dat zijn katten voldoen aan het gewenste ras, maar hij neemt ook de verantwoordelijkheid voor hun gezondheid. Daartoe behoort ook gezondheidszorg van de ouders, al voor het dekken, tests voor eventuele genetische ziekten en begeleiding van de moederkat tijdens de zwangerschap. Na de geboorte van de kittens worden deze door de dierenarts onderzocht, ingeënt, ontwormd en specifiek gevoed. Dat alles kost natuurlijk geld en komt tot uiting in de aankoopprijs van een Bengaal. Een Bengaal kost vaak rond de duizend euro. Dieren die voor het fokken bestemd zijn, zijn zelfs nog duurder. Daarvan wordt een fokker niet eens rijk, het dekt alleen de gemaakte kosten…
Ook als de aankoopprijs van de raskat een beetje pijn doet, moet je in ieder geval voorkomen dat je van een ‘vermeerderaar’ ‘raskatten zonder papieren’ koopt! Over het algemeen wordt hierbij bespaard op het selecteren van ouders en de gezondheidszorg. Slechts zelden krijgen de kittens van ‘gemengde’ rassen socialisatie en de tijd die het kost om te groeien tot een fysiek en mentaal gezonde kat.
Dit vertrouwen geldt natuurlijk voor beide partijen. Dus wees niet verrast als een fokker van Bengaalse katten speciaal aflevervoorwaarden voor de dieren heeft gedefinieerd. Dit kan een castratie of het houden in veel vrijheid zijn. Bovendien moet je je speciaal bij Bengalen bedenken, dat alleen door geldige papieren bewezen kan worden dat de dieren niet aan verplichtingen onderhevig zijn. Als je deze bewijzen niet kunt leveren, kan in het ergste geval officiële inbeslagname volgen. Ga daarom naar uitsluitend serieuze fokkers.
Een kat die lijkt op een lappenpop? Niet bepaald! De Ragdoll is een echt ras voor liefhebbers van Siamese Katten en andere Point-katten. De zachtaardige reuzen hebben een prachtige vacht, unieke kleuren en lichtblauwe ogen.
Op het eerste gezicht toont de Blauwe Rus gelijkenissen met de Kartuizer of de blauw-grijze Britse Korthaar. Wie goed kijkt ziet echter dat deze rassen onder geen beding te verwarren zijn!
Ben je op zoek naar een kat, die uw familie met zijn rustige en evenwichtige karakter perfect aanvult en die geschikt is voor het leven in huis? Dan is de kans aanwezig dat je het ras ‘Brits Korthaar’ aanbevolen krijgt. De pluche vacht en de grote ogen van de Brits Korthaar kan bijna geen kattenvriend weerstaan. Daarnaast is ook het karakter van de Brits Korthaar makkelijk lief te hebben. Maar wat moet je nog meer weten? Ons rasrapport stelt je gedetailleerd voor aan de Brits Korthaar en biedt je tips voor de aankoop, de voeding en de verzorging.
