In tegenstelling tot wat de naam doet vermoeden, is de Australische herder een herdershond uit de VS.
Hij wordt daar gefokt sinds de 19e eeuw en is erg populair vanwege zijn intelligentie en leervermogen.
Tegenwoordig wordt deze hond, die ook wel Aussie wordt genoemd, heel veel gebruikt voor behendigheidstraining en veeleisende trainingen.
Zijn drang om te bewegen kent bijna geen grenzen.
Lees meer over het karakter, de opvoeding en het houden van de Aussie in dit artikel.
Een unieke blikvanger: een Australische herdershond in blue merle.
Uiterlijk: uniek samenspel van vacht en kleuren
Veel hondenliefhebbers kijken nog eens extra om als ze de Australische herder zien.
Geen wonder, hij is gewoon prachtig met zijn zachte, kleurrijke vacht en die knallende ogen!
Kenmerkend is zijn sterke en gespierde, maar soepele lichaam – altijd iets langer dan hoog.
Grootte en gewicht van Australische herder
Met een grootte (schofthoogte) van 51 tot 58 centimeter bij reuen en 46 tot 53 centimeter bij teven behoort de Australische herder tot de middelgrote honden.
Voor zijn grootte is hij echter een vrij lichte hond, want hij weegtzelden meer dan 22 kilo.
Goed in verhouding
De herdershond heeft een heel robuuste lichaamsbouw, die hem perfect geschikt maakt als werkhond.
De licht gebogen tot platte kop van de Aussie is in goede verhouding tot zijn harmonieuze lichaam.
De kop heeft een sterk schaargebit en de driehoekige oren staan hoog op de kop.
Als de hond zich erg concentreert of erg alert is, kantelen de oren licht naar voren of opzij.
Kenmerkend voor sommige honden van dit ras is de aangeboren stompe staart, ook wel “natuurlijke bobtail” (NBT) genoemd.
Van blue merle tot red merle: de vele kleuren van de Australische herder
De gladde tot licht golvende vacht van de Australische herder is heel weerbestendig dankzij de sterke ondervacht. Bij reuen zijn de borst en de kraag iets meer uitgesproken dan bij teven.
Op de kop, aan de buitenkant van de oren, op de voorkant van de voorpoten en onder de enkelgewrichten is het haar bij beide geslachten kort en glad.
Wat dit ras het meest bijzonder maakt, is de grote verscheidenheid in de vachtkleur.
Er zijn vier basiskleuren, maar in alle combinaties en met alle verschillende vachttekeningen zijn er 16 mogelijke kleurvarianten.
De vier basiskleuren van de Australische herder zijn:
zwart
rood
blue merle (gemarmerd zwart met grijze basiskleur)
red merle (gemarmerd rood/bruin met lichtrode of beige basiskleur)
Overzicht: andere mogelijke vachtkleuren van de Australische herder
Op basis van de vier basiskleuren zijn er 16 mogelijke vachtkleuren:
solid zwart: effen zwart, zonder tekeningen
solid rood: effen rood, zonder tekeningen
blue merle: gemarmerd zwart met grijze/blauwe basiskleur, zonder tekeningen
red merle: gemarmerd rood/bruin met lichtrode/beige basiskleur, zonder tekeningen
black-bi (copper): zwart met koperkleurige tekeningen
black-bi (white): zwart met witte tekeningen
red-bi (copper): rood met koperkleurige tekeningen
red-bi (white): rood met witte tekeningen
blue merle (white): merlekleuren (grijs/blauw) met witte tekeningen
blue merle (copper): merlekleuren (grijs/blauw) met koperkleurige tekeningen
red merle (white): merlekleuren (rood/bruin) met witte tekeningen
red merle (copper): merlekleuren (rood/bruin) met koperkleurige tekeningen
black-tri: zwart met witte en koperkleurige tekeningen
red-tri: rood met witte en koperkleurige tekeningen
blue merle (white/copper): merlekleuren blauw/grijs met koperkleurige en witte tekeningen
red merle (white/copper): merlekleuren rood/bruin met koperkleurige en witte tekeningen
Australische herder met merlefactor: een “mooi” genetisch defect met gevolgen
Merle (merlefactor) verwijst naar een speciaal vachtpatroon bij honden, dat wordt gekenmerkt door onregelmatige, gevlekte lichtere delen. Merle komt heel vaak voor bij de Australische herder. Dit patroon ontstaat door een genetische mutatie, die het eumelanine in de vacht aantast, terwijl het pheomelanine onveranderd blijft.
De merlekleuring kan gezondheidsrisico’s opleveren, vooral als honden homozygoot zijn voor het merlegen, wat betekent dat ze twee kopieën van het merlegen dragen.
Deze honden hebben een verhoogd risico op gezichts- en gehoorstoornissen, waaronder doofheid enmisvormingen aan de ogen.
Daarom wordt het niet aanbevolen om met twee dragers van het merlegen te fokken, om gezondheidsproblemen bij de nakomelingen te voorkomen. Het is belangrijk om als fokker verantwoordelijk om te gaan met de merlefactor om het welzijn van de honden te waarborgen.
Ongewone oogkleuren
De ogen en oren van deze honden zijn kleurrijk.
Ofwel effen donker of gevlekt in verschillende kleuren.
Witte tekeningen zijn weliswaar toegestaan, maar wit mag nooit de dominante kleur zijn.
De geldige rasstandaard accepteert geen witte plekken op het lichaam of een volledig ongepigmenteerde neus (Dudley Nose).
De oogkleur van dit ongewone ras is al even veelzijdig als de vacht: alle oogkleuren, zoals blauw, bruin, en amber, en andere variaties of combinaties van deze kleuren, inclusief vlekken en marmer, zijn toegestaan.
Australische herders zonder merle in de kleuren tricolor en rood-wit.
Het karakter van de Australische herder: sociaal en temperamentvol
De meerderheid van de Australische herders wordt nu als gezinshond en gezelschapshond gehouden. Maar er zijn ook rasvertegenwoordigers die gebruikt worden in de landbouw. Daarom hebben zich in de fokkerij twee verschillende lijnen ontwikkeld:
Een werklijn waarbij de originele schaapshoede-eigenschappen en het schaapshoede-instinct worden behouden en gestimuleerd
Een iets rustigere lijn, met de nadruk op balans en een wat gedempt temperament
Zijn oorsprong als herdershond en veedrijver is te zien aan de uitgesproken wil om te werken en de sterke drang om te bewegen. Want de Australische herder wil eigenlijk alleen maar rennen en werken – de hele dag. Hij heeft een enorm uithoudingsvermogen!
De Aussie is door en door een werkhond, die zijn aangeboren hoede- en waakinstinct niet opgeeft, ook niet als gezinshond. Werken zit deze actieve en leergierige hond in het bloed en daarom is hij altijd heel gefocust op alle taken die hem worden toevertrouwd. Ook noemenswaardig is zijn uitgesproken beschermingsinstinct.
Vriendelijke werkhond, tikkeltje eigenwijs
Tegelijkertijd is de Aussie ook heel erg mensgericht.
Hij wil zijn mensen plezieren en werkt daarom graag met hen samen.
Gehoorzaam zijn is meestal geen probleem voor de Australische herder.
Maar hij doet niet altijd blindelings wat zijn baasje van hem vraagt.
Als herdershond van oorsprong heeft de Australische herder zeker nog een eigen wil en dus een zekere onafhankelijkheid behouden.
In sommige situaties neemt hij het bevel graag over als hij denkt dat het gunstig is voor de situatie.
Tolerante hond met een uitgesproken schaapshoede-instinct
Australische herders zijn bijna altijd goedgemutst en begroeten iedereen met enthousiasme. De Aussie is geduldig en tolerant bij het omgaan met kinderen en andere huisdieren. Het kan soms wel gebeuren dat andere dieren, kinderen, hardlopers of zelfs auto’s zijn hoede-instinct aanspreken – duidelijke grenzen en een breed scala aan activiteiten zijn daarom belangrijk voor deze ijverige en veelzijdige rashond.
Goed om te weten: bij het eerste contact zijn sommige Aussies een beetje gereserveerd. Dit neemt echter meestal al snel af.
Opvoeding: is de Australische herder een goede beginnershond?
De Aussie leert snel, maar hij leert niet alleen het gewenste gedrag. Daarom heeft hij voor zijn opvoeding ervaren hondenbaasjes nodig, die evenveel voorzichtigheid en empathie als consistentie en duidelijkheid toepassen. Zwakke plekken heeft deze intelligente en bedachtzame hond onmiddellijk in de gaten, en hij maakt er graag gebruik van. Hij is daarom (en vanwege zijn hoge activiteitsniveau) niet geschikt voor beginners.
Er wordt gezegd dat een Australische herder zijn baasje waarschijnlijk beter kent dan hijzelf. Door dit mentale handigheidje is het noodzakelijk om altijd zelfverzekerd op te treden naar de hond toe. Omdat Aussies ook gevoelige honden zijn, is het belangrijk om altijd met veel liefde en genegenheid te handelen. Anders kunnen deze honden zich snel afgewezen voelen. Hoe eerder je begint met het socialiseren en opvoeden van je Australische herderpup,hoe beter. Het liefst op een hondenschool.
Antwoorden op deze en andere vragen over de opvoeding van honden zijn te vinden in het zooplus Magazine.
Houden: (bijna) 24 uur per dag actief
De Australische herder is een heel vriendelijk dier, maar hij heeft wel een eisenpakket. Zelfs honden uit de “gezinshondenlijn”, waarbij het temperament wat gedempt is, vragen nog steeds om veel beweging en activiteit.
Geen hond voor couch potatoes: hoeveel beweging heeft de Australische herder nodig?
Geef je Australische herder minimaal twee en een half tot drie uur beweging per dag.
Hierbovenop komen nog trainings- en speeluren die je viervoeter ook mentaal uitdagen en versterken.
Een Australische herder is zeker geen hond voor bankhangers en zondagswandelaars.
Pure conditietraining, zoals urenlang wandelen, naast de fiets lopen of ballen apporteren, is niet genoeg voor deze veeleisende rashond.
De intelligente en leergierige Aussie vraagt wil graag activiteiten doen die hem zowel lichamelijk als geestelijk uitdagen. Het is aan te raden om deel te nemen aan verschillende hondensporten, zoals behendigheid of een opleiding tot therapiehond. Ook dog sharing is een goed idee, dat je wat kan ontlasten in het dagelijks leven.
Aussies moeten leren wat rust is
Lichamelijk en geestelijk uitgedaagde honden zullen zich altijd beter gedragen binnen het gezin dan honden die te weinig te doen hebben. Zij hebben eerder de neiging slecht gedrag te vertonen en ongehoorzaam te zijn.
Hoewel Aussies heel wendbaar zijn, is het belangrijk dat ze rustperiodes krijgen waarin ze kunnen herstellen. Honden die een goede afwisseling van activiteit en ontspanning krijgen, zullen harmonieus integreren binnen het gezin.
Kun je een Aussie in een appartement houden?
Australische herders stellen geen hoge eisen aan hun directe omgeving. Een warme mand in een rustige hoek en lieve mensen in de buurt zijn genoeg. Dit kun je ook bieden in een kleiner appartement. Wat vooral belangrijk is, zijn de uren die hij buiten het appartement doorbrengt. De Australische herder houdt van vrije beweging en heeft dit ook echt nodig.
Voeding: wat eet een Australische herder?
De Australische herder is niet gevoelig voor overgewicht en allergieën. Toch draagt een geschikt dieet veel bij aan de gezondheid van de herdershonden.
Net als voor de meeste hondenrassen is ook voor de Australische herder voer met veel vlees (minimaal 70 procent) en groenten en fruit (ongeveer 20 tot 30 procent) aan te raden.
Als je de hond droog- of natvoer geeft, moet je erop letten dat dit een hoogwaardige kwaliteit heeft. De ingrediëntenlijst op de verpakking vertelt je of de samenstelling geschikt is en of alle belangrijke voedingsstoffen voor de hond in het voer zitten.
Overtollige vulstoffen, zoetstoffen, kunstmatige smaakversterkers en chemische conserveringsmiddelen hebben in het voer niets te zoeken.
Deze wijzen meestal op minderwaardig voer.
Is BARF’en geschikt?
Het zogenaamde BARF’en (biologische rauwe voeding) wordt ook steeds populairder. Dit is een geschikte voedingsmethode voor dit ras. Hiervoor geldt echter hetzelfde als wanneer je het hondenvoer zelf kookt: je hebt de grootst mogelijke controle over de kwaliteit en het voedingsgehalte, maar je hebt ook het bijbehorende extra werk. Daarnaast moet je je uitgebreid inlezen over deze twee voedingsvormen, anders kunnen er onbedoeld gebreken ontstaan!
Krijgen puppy’s ander voer?
Het voerplan moet altijd worden aangepast aan individuele behoeften: leeftijd, activiteitsniveau en gezondheidstoestand. Qua grootte kun je kiezen voor hondenvoer voor middelgrote rassen.
Puppy’s krijgen meestal heel ander voer dan volwassen of oude dieren. In de dierenwinkel kun je daarom speciaal voer voor puppy’s kopen. Volwassen honden kunnen twee keer per dag eten, maar puppy’s eten wel vier keer per dag.
Om de bewegingslustige Australische herdershond optimaal te laten bewegen, zijn diverse hondensporten geschikt.
Let op: de vacht heeft aandacht nodig
Naast de juiste voeding en de jaarlijkse bezoeken aan de dierenarts, kun je nog meer doen om ervoor te zorgen dat je hond gezond en goed verzorgd is. Voor de verzorging van een Australische herder is het belangrijk om zijn dichte vacht dagelijks met een vachtborstel te borstelen. Je verwijdert dan losse haartjes en vuil, zodat klitten geen kans maken.
Daarnaast moet je ongeveer eenmaal per week de ogen, oren, tanden, poten en nagels van je viervoeter controleren. Tandhygiëne moet elke dag op de agenda staan.
Door je hond regelmatig te verzorgen, verbeter je niet alleen het uiterlijk en de gezondheid van je hond, maar versterk je ook de band tussen jou en je lieve vriend.
Gezondheid: rastypische ziekten bij de Australische herder
De toegenomen populariteit van het ras in de afgelopen decennia heeft ertoe geleid dat het ras meer gefokt wordt. Helaas heeft dit ervoor gezorgd dat sommige genetische ziekten nu vaker voorkomen. De Australische herder worstelt meestal met gewrichtsproblemen zoals heupdysplasie (HD) en elleboogdysplasie (ED), evenals met gebits- en tandafwijkingen.
Ook oogziekten zoals cataract (grijze staar) en PRA (progressieve retina atrofie) komen meer voor, net als epilepsie. Daarnaast hebben veel rasvertegenwoordigers het zogenaamde MDR1-defect, dat zorgt voor een overgevoeligheid voor verschillende geneesmiddelen.
Het merle-gendefect kan het risico op ziekten verhogen
Zoals besproken in de tekst over het uiterlijk kunnen Aussies met de merlefactor gevoeliger zijn voor bepaalde ziekten. Bij het fokken met twee merlehonden ontwikkelen de nakomelingen vaak doofheid en/of blindheid. In sommige landen is het fokken met merle x merle verboden.
Levensverwachting: hoe oud wordt de Australische herder?
Met een goede gezondheid en verzorging heeft de Australische herder een gemiddelde levensverwachting van 13 tot 15 jaar.
Geschiedenis: waar komt de Aussie vandaan?
De thuisbasis van deze veelzijdige rashond is niet Australië, maar Noord-Amerika. Er bestaan meerdere theorieën over zijn oorsprong. De meest plausibele is dat Baskische schapenherders in de 19e eeuw de honden van Australië naar de VS importeerden – vooral tijdens de goudkoortsperiode rond 1840. De immigranten brachten de honden mee als herdershonden voor hun merinoschapen, die in Noord-Amerika de naam “Australian sheep” kregen. Vandaar de naam Australian shepherd.
Ster van de westernshow
Op de boerderijen van de Verenigde Staten bewees de ijverige werkhond zichzelf al snel.
De honden maakten ook indruk op het publiek bij westernshows en rodeo’s.
In 1957 opende de Australian Shepherd Club of America (ASCA) het eerste stamboek.
Het duurde daarna nog wel twintig jaar voordat er een uniforme rasstandaard kwam.
De rasstandaard van de American Kennel Club (AKC) is in 1993 van kracht geworden.
Drie jaar later, in 1996, erkende de FCI (Fédération Cynologique Internationale) de Australische herder ook als een onafhankelijk hondenras.
De FCI heeft de Aussie met het standaardnummer 342 in groep 1 van de herdershonden en veedrijvers geplaatst, in sectie 1 van de herdershonden.
Mini-Australische herder versus Australische herder: hoe verschillen de rassen?
De Miniature American Shepherd, vaak aangeduid als de Mini Australian Shepherd (Mini Aussie/ Miniature Aussie), lijkt erg op de Australische herder. Ze verschillen echter in grootte en fokgeschiedenis:
De Australische herder heeft een schouderhoogte van ongeveer 46 tot 58 cm, terwijl de Mini Australian Shepherd kleiner is en een schouderhoogte heeft van 33 tot 43 cm voor teven en 36 tot 46 cm voor reuen.
Een ander verschil zit in de erkenning: de Australian Shepherd is internationaal erkend en kan deelnemen aan FCI-shows, terwijl de Mini Australian Shepherd wordt erkend door de American Kennel Club (AKC) maar niet kan deelnemen aan FCI-tentoonstellingen.
Daarnaast zijn er verschillen in de fokstandaard; voor de Mini Australian Shepherd gelden specifieke eisen die anders zijn dan die voor de Australische herder, vooral wat betreft de grootte. Beide rassen hebben echter een vergelijkbaar temperament, zijn intelligent en actief, en vragen veel beweging en geestelijke uitdaging.
Aankoop: wat kost een Australische herder?
Australische herders zijn niet goedkoop: voor een puppy betaal je 1.300 tot 2.500 euro.
Neem contact op met een gerenommeerde fokker die goede antwoorden op je vragen kan geven.
Laat je niet verleiden door lagere puppyprijzen.
Want bij dergelijke “koopjes” gaat het meestal om dieren van broodfokkers, die rijk willen worden van de nieuwste modehond.
Het karakter en de gezondheid van de dieren zijn hierbij geen prioriteit.
Zulke Aussies zonder stamboom hebben geen adequate gezondheidsonderzoeken ondergaan en worden daarom vaak ziek.
Tip: Australische herders hebben een heel individueel karakter en een uiteenlopend uiterlijk. Daarom is het belangrijk dat je je voor de aankoop goed inleest over het ras, een goede fokker kiest en kennismaakt met de honden waarmee wordt gefokt.
Je leest meer over het adopteren van honden in onze gidsen:
De Australische herder is een geweldige gezelschapshond vanwege zijn intelligente en attente aard.
En ook de buitengewoon mooie buitenkant draagt bij aan het feit dat mensen weg zijn van het ras.
Maar bedenk goed hoeveel tijd deze honden van je vragen voordat je naar de fokker gaat.
Je moet veel ruimte in je agenda hebben om deze temperamentvolle herdershond op een goede manier bezig te kunnen houden.
Jana Schubert
Since I was a baby, I preferred to cuddle with our Persian cat rather than with my teddy bear. Later I got on my parents' nerves until I was allowed to adopt a horse. I have had many memorable experiences with my pets. And even though life with animals is not always easy, I wouldn't consider any other because pets touch my soul like nothing else. I even feel this magic when I write about them, and I hope some of it touches you as well.
Een Pinscher in kleinformaat? Vergis je niet! De Dwergpinscher is een ‘echt mannetje’. Wie op zoek is naar een leuk en gezellig schoothondje is bij de Dwergpinscher aan het verkeerde adres. Ondanks zijn grootte heeft de levendige familiehond een enorme drang naar sport en beweging en houdt zijn baasjes flink in beweging.
Soeverein en gelaten – zo komt een evenwichtige Cane Corso Italiano over. Officieus is het uit Zuid-Italië afkomstige ras ook bekend onder de naam "Italiaanse Mastiff" of “Italiaanse Molosser”. Buiten Italië wordt het ras steeds bekender. Het ras is vooral geschikt voor sportieve baasjes met veel plaats en hondenervaring.
De pluizige vacht en de grootte maken van de Shiba Inu in eerste instantie een aantrekkelijke metgezel voor veel hondenliefhebbers. Maar het samenleven met de Japanse hond vereist kennis over hondenopvoeding. Je moet het ook leuk vinden om samen met je hond te bewegen.