Vaak laten katten pas iets merken als iets zeer ernstig is. Als je kat niet meer eet, is dat een indicatie dat het slecht gaat met haar gezondheid.
Er zijn echter uitzonderingen: honden en bijvoorbeeld konijnen eten bij kiespijn bijvoorbeeld niet meer, maar dat gaat bij katten niet op.
Een kat geldt overigens als gezond wanneer ze zonder pijn en medicijnen in staat is een typisch en soortspecifiek kattenleven kan leiden.
Het wordt aangeraden om je kat goed te observeren en regelmatig een routineonderzoek bij de dierenarts laat doen.
Bij een buitenkat heb je slechts een beperkte mogelijkheid om zelf een oordeel te vormen over haar gezondheid. Je kunt de urine en ontlasting tenslotte alleen maar onderzoeken als je kat naar de kattenbak gaat. Als ze haar behoefte in de buitenlucht doet, kun je als baasje haar gezondheid hier niet op beoordelen.
Het is van groot belang om meteen naar de dierenarts te gaan als je kat zich opvallend gedraagt of lijkt te lijden. Wees je er ook van bewust dat geen enkel boek of nog zo vakkundig overkomende tekst op het internet de beoordeling van een expert kan vervangen.
Tip: een huisdierverzekering voor katten kan helpen de onvoorziene kosten van ziektes laag te houden. Als je de verzekering afsluit als je kat nog jong is, vallen de maandelijkse kosten lager uit dan wanneer je kat volwassen is. Op deze pagina hebben we een handig overzicht van de verschillende huisdierverzekeringen samengesteld.
Kattengezondheid Wat zijn typische kattenziektes?
Wormen
Besmettingen met wormen onder buitenkatten zijn geen zeldzaamheid. Daarom raden wij je aan je kat regelmatig te ontwormen. Een besmetting met deze ziekteverwekkers kan leiden tot diarree, een ruige vacht, en mogelijk ook tot vermagering, uitdroging en een slechte algemene conditie.
Met name bij ernstige gevallen kan een besmetting ook leiden tot darmafsluitingen of buikvliesontsteking.
Door de ontlasting te onderzoeken kunnen de uitgescheiden eitjes gelukkig meestal snel worden geïdentificeerd.
Chlamydia
De ziekteverwekker Chlamydia felis tast het bindvlies van het kattenoog aan. Een infectie uit zich daarom als een bindvliesontsteking (conjunctivitis). Een opvallend symptoom is een tranend oog. Na een paar dagen kan ook het tweede oog worden geïnfecteerd. Bij een ernstig verloop kan het oog flink beschadigen. Ook een loopneus en koorts kunnen symptomen zijn.
Vaak treedt deze ziekte op bij katten van vijf weken tot negen maanden oud. De besmetting vindt plaats via direct contact met het oogvocht van een zieke kat. Het is ook mogelijk dat de ziekteverwekker van kat op mens wordt overgedragen.
De aanwezigheid van het virus kan via een uitstrijkje van het oog worden vastgesteld. Als je kat niet is ingeënt, kan de aanwezigheid van antilichaampjes het verdacht op de aanwezigheid bevestigen.
Tetracycline zijn antibiotica die voor de behandeling worden gebruikt. De behandeling duurt vier weken.
Onder bepaalde omstandigheden, die door de dierenarts moeten worden vastgesteld, kan een inenting tegen chlamydia worden aanbevolen. Dit is alleen mogelijk als de kat een verhoogd infectierisico loopt doordat ze bijvoorbeeld in een asiel zit.
Toxoplasmose
Een infectie met Toxoplasmen (Toxoplasma gondii)
wordt Toxoplasmose genoemd. Toxoplasmen zijn eencellige micro-organismen. Deze ziekteverwekkers zijn over de hele wereld verspreid en bevinden zich ook op Lynxen, Ocelotten en Poema's.
Je kat kan besmet raken via de ontlasting van andere katten of door ziekteverwekkers uit geïnfecteerde prooidieren, zoals muizen en vogels. Bij buitenkatten is het risico op een infectie aanzienlijk hoger dan bij binnenkatten.
Duidelijke aanwijzingen voor deze ziekte en dus een slechte kattengezondheid zijn een ontbrekende eetlust, gewichtsverlies, lethargie, ademproblemen, koorts, braken, diarree, neurologische uitvalsverschijnselen en ontstekingen aan de spieren.
Je dierenarts kan vaststellen of je kat al eens geïnfecteerd is geweest. Als je kat al een keer is besmet, is dat vaak te zien aan aanwezige antilichaampjes in het bloed.
De dierenarts stelt met behulp van een bloedonderzoek vast of je kat Toxoplasmose heeft. Daarnaast moet er iedere twee weken ontlasting worden onderzocht.
Vervolgens wordt de ziekte behandeld met antibiotica en ongediertebescherming.
Hondsdolheid
Hondsdolheid wordt veroorzaakt door een virus en komt overal ter wereld voor. Via een beet van een besmet dier raakt een kat geïnfecteerd, maar dit kan ook door ander contact zoals likken of krabben. Via het speeksel komt de ziekteverwekker via de wond of slijmvliezen in het lichaam van de kat en gaat zo via de zenuwen naar hersenen. Het virus vermenigvuldigt zich daar.
Vervolgens verspreidt het virus zich door het hele lichaam en komt het terecht in de speekselklieren. Als het in de speekselklieren zit, kunnen katten andere dieren besmetten door ze te bijten. Niet alle zieke dieren vallen andere aan. Sommige gedragen zich juist opvallend tam. Totdat de symptomen optreden kunnen er zo'n 200 dagen verstrijken.
Ongeveer twee tot zeven weken na een infectie uit de ziekte zich door een gebrek aan eetlust, hoofdpijn, duizeligheid, braken, keelpijn en koorts. Onrust, angstige gevoelens en vrees voor water kunnen ook optreden.
Een algemene irritatie komt tot uiting door verhoogde traanvorming, overmatig zweten en verwijde pupillen. Speeksel druppelt uit de mond om kramp van het slikken te vermijden. Vervolgens verkrampt het slachtoffer.
Na drie tot vijf dagen overlijdt het dier. De ziekte kan pas worden gediagnosticeerd als het dier is overleden. Een inenting tegen hondsdolheid biedt een goede bescherming. Na een succesvolle basisimmuniteit moet die echter iedere drie jaar worden herhaald. Deze vaccinatie wordt aangeraden voor alle buitenkatten.
Hoe kan ik de gezondheid van mijn kat ondersteunen?
Je kunt als baasje veel doen om ervoor te zorgen dat je kat gezond blijft. Natuurlijk kan je kat af en toe wel eens ziek worden. Dan is het belangrijk dat je bij twijfel naar de dierenarts gaat.
Daarnaast wordt het aangeraden om je kat goed in te laten enten. De dierenarts kan aan de hand van een aantal parameters beslissen welke inentingen je kat nodig heeft. Ook moet je je als baasje goed informeren over de beschikbare vaccinaties en over in welke volgorde je ze moet laten zetten
Voor inentingen geldt: zo veel als nodig en zo weinig mogelijk. Geen enkele inenting garandeert een volledige bescherming tegen een ziekte. De voordelen van een inenting wegen echter op tegen de daarmee verbonden risico's.
Ook een regelmatige ontworming is verplicht omdat bij sommige wormen niet alleen katten gevaar lopen, maar mensen ook als hun immuunsysteem verzwakt is. Dit geldt ook voor kinderen.